ECLI:NL:CBB:2009:BH2654
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- W.E. Doolaard
- E.J.M. Heijs
- M. Munsterman
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit inzake GLB-inkomenssteun en overdracht van toeslagrechten
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door ir. S. Boonstra, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat betrekking had op de vaststelling van zijn toeslagrechten op grond van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006. Het beroep is ingediend op 21 juni 2007, naar aanleiding van een besluit van 15 mei 2007, waarin het bezwaar van appellant tegen een eerder besluit van 24 november 2006 werd afgewezen. De procedure omvatte een zitting op 8 december 2008, waar appellant en zijn gemachtigde aanwezig waren, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigden.
De kern van het geschil betreft de overdracht van toeslagrechten die appellant had willen doorgeven bij de verkoop van 4.01 hectare landbouwgrond. Appellant stelde dat er onduidelijkheid bestond over de overdracht van de toeslagrechten, aangezien het formulier 'Melding private overeenkomst' niet duidelijk was. Hij betoogde dat hij slechts een deel van de toeslagrechten had willen overdragen, maar dat dit niet correct was weergegeven op het formulier. De verweerder had op basis van het formulier geconcludeerd dat appellant alle bij de verkochte hectaren behorende toeslagrechten wenste over te dragen.
Het College oordeelde dat de verweerder niet had mogen vasthouden aan de interpretatie van het formulier zonder verder onderzoek te doen naar de werkelijke intenties van de partijen. Het College concludeerde dat het beroep gegrond was en dat het bestreden besluit vernietigd moest worden. De verweerder werd opgedragen om opnieuw op het bezwaar van appellant te beslissen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens werd de verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan appellant, vastgesteld op € 644,--, en het griffierecht van € 143,-- werd aan appellant vergoed.