ECLI:NL:CBB:2008:BH0977
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- M.A. van der Ham
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing hardheidscategorie varkenshouderij
In deze zaak hebben appellanten, bestaande uit verschillende maatschappen en individuen, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Dit besluit, genomen op 16 augustus 2007, wees het bezwaar van appellanten af dat gericht was tegen de afwijzing van de maatschap A-B voor één van de hardheidscategorieën zoals geregeld in het Besluit herstructurering hardheidsgevallen (Bhv). De procedure begon met een beroep dat op 24 september 2007 bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven werd ingediend. De appellanten stelden dat hun maatschap recht had op extra varkensrechten op basis van de wetgeving die hen in staat stelde om onder bepaalde voorwaarden een milieuvergunning aan te vragen.
Tijdens de zitting op 2 september 2008 hebben de gemachtigden van de partijen hun standpunten toegelicht. De kern van het geschil draaide om de vraag of de maatschap A-B kon worden aangemerkt als 'het desbetreffende bedrijf' in de zin van artikel 9 van het Bhv, waarvoor een milieuvergunning was verleend. De Minister had geconcludeerd dat de maatschap niet voldeed aan de voorwaarden, omdat de feitelijke houder van de varkens niet de maatschap A-B was, maar een van de vennoten, A. Dit leidde tot de afwijzing van de aanvraag voor de hardheidscategorieën.
Het College heeft de argumenten van appellanten overwogen en geconcludeerd dat de Minister onvoldoende gemotiveerd had waarom de maatschap A-B niet als het desbetreffende bedrijf kon worden aangemerkt. Het College oordeelde dat de feiten en omstandigheden, zoals de samenwerking tussen de vennoten en de feitelijke bedrijfsvoering, niet voldoende waren onderbouwd om de afwijzing te rechtvaardigen. Het bestreden besluit werd vernietigd en de Minister werd opgedragen om opnieuw op het bezwaar van appellanten te beslissen, met inachtneming van de overwegingen van het College. Tevens werd de Minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan appellanten.