ECLI:NL:CBB:2008:BG7022
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- E.J.M. Heijs
- F. Stuurop
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit inzake akkerbouwsubsidie op grond van de Regeling GLB-inkomenssteun
In deze zaak heeft de Maatschap A, B en C, appellante, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder, inzake de toekenning van akkerbouwsubsidie op basis van de Regeling GLB-inkomenssteun. Appellante had op 8 mei 2006 een aanvraag ingediend voor akkerbouwsubsidie voor verschillende gewassen, waaronder maïs en wintertarwe. Bij besluit van 14 maart 2006 werd appellante een korting opgelegd wegens overschrijding van het basisareaal en een modulatiekorting, wat resulteerde in een lagere subsidie. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard.
De kern van het geschil betreft de vraag of perceel 18, dat door appellante was opgegeven voor subsidie, voldeed aan de definitie van akkerland. Verweerder stelde vast dat perceel 18 niet aan deze definitie voldeed, wat leidde tot de opgelegde kortingen. Appellante voerde aan dat zij te goeder trouw had gehandeld en dat de opgelegde sancties onevenredig waren. Het College heeft echter geoordeeld dat appellante niet kon aantonen dat er sprake was van een kennelijke fout in haar aanvraag en dat de sancties in overeenstemming waren met de geldende regelgeving.
De uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 8 december 2008 bevestigde dat het beroep ongegrond was, en dat de toegepaste kortingen en de berekening van de subsidie correct waren. Het College oordeelde dat appellante niet kon worden gevolgd in haar argumenten en dat de sancties niet in strijd waren met het evenredigheidsbeginsel. De beslissing van het College was daarmee definitief, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.