ECLI:NL:CBB:2008:BE9750
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit inzake GLB-inkomenssteun 2006
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder, dat op 7 mei 2007 is genomen. Dit besluit betreft het bezwaar van appellant tegen een eerdere beslissing van verweerder om zijn verzamelaanvraag, onderdeel van de Gecombineerde opgave 2006, niet in behandeling te nemen. De reden hiervoor was het ontbreken van een handtekening op een cruciaal document. Appellant had op 8 mei 2006 een Gecombineerde opgave ingediend, maar verweerder constateerde op 27 mei 2006 dat deze opgave onduidelijk en onvolledig was. Appellant werd verzocht om een gecorrigeerde opgave in te dienen, wat hij op 2 juni 2006 deed, maar hij weigerde te tekenen omdat hij niet bekend was met alle voorwaarden en regelgeving.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 23 juli 2008 geoordeeld dat verweerder ten onrechte de aanvraag van appellant niet in behandeling heeft genomen. Het College stelde vast dat de termijn van vier weken, zoals voorgeschreven in artikel 4:5, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), was verstreken. Hierdoor was verweerder niet gerechtigd om de aanvraag niet te behandelen. Het College verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om opnieuw te beslissen op het bezwaar van appellant. Tevens werd bepaald dat de Staat der Nederlanden het griffierecht van € 143,-- aan appellant diende te vergoeden.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedurele afhandeling van aanvragen en de verplichtingen van bestuursorganen om tijdig te reageren op ingediende verzoeken. Het College heeft hiermee de rechtsbescherming van appellant gewaarborgd door de onterecht afgewezen aanvraag opnieuw te laten beoordelen.