ECLI:NL:CBB:2008:BE9665
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.A. Hagen
- E.R. Eggeraat
- M. van Duuren
- Rechtspraak.nl
Tuchtprocedure tegen registeraccountant over subsidieverlening en accountantsverklaring
In deze zaak gaat het om een tuchtprocedure tegen A RA, een registeraccountant, die in beroep is gegaan tegen een beslissing van de Raad van Tucht voor Registeraccountants te Amsterdam. De Raad van Tucht had op 6 maart 2007 een klacht gegrond verklaard die was ingediend door de Algemene Inspectiedienst van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De klacht betrof de eindafrekening van een subsidieproject, waarbij de accountant niets had opgemerkt over de bijdrage van een erfpachter aan het project Boerderij Wildenberg. De Raad van Tucht oordeelde dat de accountant had moeten verifiëren of de uitleg die hij en zijn opdrachtgever aan de subsidievoorwaarden hadden gegeven correct was, en dat hij niet met een deugdelijke grondslag een accountantsverklaring had mogen afgeven.
Appellant heeft in zijn beroepschrift aangevoerd dat er geen reden was om te twijfelen aan de uitleg van de subsidievoorwaarden. Hij verwees naar de begroting die als basis diende voor de subsidietoekenning en een brief van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin werd bevestigd dat de financiering legitiem was. Tijdens de zitting verklaarden zowel appellant als de klager dat de bijdrage van de erfpachter aanvankelijk als particuliere middelen was aangemerkt, maar later in een herziene aanvraag als onderdeel van de financiële bijdrage van de stichting werd beschouwd.
Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelde dat appellant onder de gegeven omstandigheden mocht uitgaan van de rechtmatigheid van de kwalificatie van de bijdrage van de erfpachter. Het College vond geen grond voor het oordeel dat appellant niet met een deugdelijke grondslag de accountantsverklaring had mogen afgeven. Het beroep van appellant werd gegrond verklaard, de bestreden tuchtbeslissing werd vernietigd en de klacht werd alsnog ongegrond verklaard.