ECLI:NL:CBB:2008:BC8230
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit inzake GLB-inkomenssteun en extensiveringsbedrag
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin zijn bezwaar tegen een eerder besluit over de Regeling GLB-inkomenssteun werd afgewezen. De procedure begon met een aanvraag van appellant voor verschillende premies, waaronder de stierenpremie en zoogkoeienpremie, waarbij hij op 17 mei 2005 een verzamelaanvraag indiende. In deze aanvraag gaf hij aan niet in aanmerking te willen komen voor het extensiveringsbedrag, wat later tot een geschil leidde. Appellant stelde dat deze keuze een kennelijke fout was, met aanzienlijke financiële gevolgen voor hem.
Tijdens de zitting op 7 februari 2008 werd het standpunt van appellant toegelicht door zijn gemachtigde, Ing. H. Wolters. De Minister, vertegenwoordigd door mr. D. Özdemir, verdedigde het besluit. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de aanvraag van appellant correct was ingevuld en dat er geen sprake was van een kennelijke fout. Het College stelde vast dat appellant zelf had aangegeven niet voor het extensiveringsbedrag in aanmerking te willen komen, en dat de Minister niet verplicht was om navraag te doen over deze keuze.
De uitspraak van het College concludeerde dat het beroep ongegrond was, en dat de Minister terecht had geweigerd het extensiveringsbedrag toe te kennen. Het College benadrukte dat de verantwoordelijkheid voor het correct invullen van de aanvraag bij de appellant ligt, en dat de gevolgen van een onjuiste opgave voor zijn rekening komen. De beslissing werd op 21 februari 2008 openbaar gemaakt.