ECLI:NL:CBB:2008:BC8215

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
12 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 04/159
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Restitutie van geweigerde en teruggevorderde bedragen in het bestuursrecht

In deze zaak, behandeld door het College van Beroep voor het bedrijfsleven, is op 12 maart 2008 uitspraak gedaan in het beroep van Socopa International S.A. tegen het Productschap Vee en Vlees. De zaak betreft een verzoek om restitutie van bedragen die eerder waren geweigerd en teruggevorderd door de verweerder. De appellante, Socopa International S.A., had beroep ingesteld tegen een besluit van 19 januari 2004, waarin restituties voor rundvlees werden afgewezen en een terugvordering van € 86.587,71 werd opgelegd, vermeerderd met een sanctie van 50%.

De procedure begon op 27 februari 2004, toen het College een brief ontving waarin het beroep werd ingesteld. De appellante had eerder verzocht om uitstel voor het indienen van een nadere motivering. Gedurende de procedure zijn er verschillende brieven en verzoeken tot aanhouding ingediend door de appellante, wat leidde tot meerdere uitstel van de zitting. Uiteindelijk vond de zitting plaats op 30 januari 2008, waar de gemachtigden van beide partijen hun standpunten toelichtten.

Het College heeft vervolgens de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld. Volgens artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan alleen een belanghebbende beroep instellen tegen een besluit. Het College concludeerde dat het bestreden besluit niet gericht was aan de appellante, maar aan Eldru, en dat er geen rechtstreeks belang van de appellante bij het besluit was. Hierdoor werd het beroep van Socopa International S.A. niet-ontvankelijk verklaard. Het College oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

College van Beroep voor het bedrijfsleven
AWB 04/159 12 maart 2008
7200 Restitutie
Uitspraak in de zaak van:
Socopa International S.A., te Parijs (Frankrijk), appellante,
gemachtigden: mr. D. Grisay, advocaat te Brussel (België), en mr. ing. B.J.B. Boersma, advocaat bij Simmons & Simmons te Rotterdam,
tegen
het Productschap Vee en Vlees, verweerder,
gemachtigde: mr. A.F. Ordogh, en J.L.M. van Schendel, beiden werkzaam bij verweerder.
1. De procedure
Op 27 februari 2004 heeft het College van mr. R.G.A. Tusveld en mr. A.W. Stoffels, beiden werkzaam bij PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V., een brief ontvangen, waarbij namens appellante beroep wordt ingesteld tegen een besluit van verweerder van 19 januari 2004 met zaaknummer Vm-03/028 (Eldru).
Bij het bestreden besluit is beslist op het bezwaar van Eldru, vennootschap naar Frans recht en zetelend te Parijs, tegen verweerders primaire besluit dat is gedateerd 19 mei 2003 en is gericht aan Eldru.
Bij dat primaire besluit zijn restituties voor partijen rundvlees afgewezen en voor zover reeds verleend, ingetrokken, en is het daarmee gemoeide restitutiebedrag van € 86.587,71 teruggevorderd, verhoogd met 15% zijnde € 12.988,17, en is een sanctie opgelegd van 50% zijnde € 57.725,16.
Bij brief van 26 maart 2004 heeft appellante verzocht om uitstel voor het indienen van een nadere motivering van het beroep.
Op 8 april 2004 heeft het College van mr. R.G.A. Tusveld een machtiging ontvangen, waarbij mr. R.G.A. Tusveld en mr. G.J. van Slooten - ook laatstgenoemde is werkzaam bij PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. - door Eldru worden gemachtigd om haar te vertegenwoordigen in de onderhavige procedure.
Op 24 mei 2004 heeft Eldru de gronden van het beroep bij het College ingediend.
Op 14 juli 2004 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
Het College heeft partijen uitgenodigd voor de behandeling van het beroep ter zitting van 20 mei 2005. Op verzoek van appellante is de behandeling ter zitting uitgesteld.
Bij brief van 30 juni 2005 heeft appellante verzocht de behandeling aan te houden, welk verzoek het College bij brief van 6 juli 2005 heeft ingewilligd.
Appellante heeft bij brief van 13 oktober 2005 een nader stuk ingediend en bij brief van 20 oktober 2005 haar standpunt nader toegelicht en onder meer om verdere aanhouding verzocht.
Bij brief van 26 september 2006 heeft het College partijen in het vooruitzicht gesteld het beroep op 20 december 2006 ter zitting te behandelen. Op verzoek van appellante is de behandeling ter zitting uitgesteld.
Bij brief van 2 maart 2007 heeft appellante haar standpunt nader bepaald.
Bij brief van 13 juni 2007 hebben mr. R.G.A. Tusveld en mr. G.J. van Slooten bericht dat zij appellante niet langer vertegenwoordigen in de onderhavige procedure.
Op 30 januari 2008 heeft het onderzoek ter zitting plaatsgevonden, waarbij partijen hun standpunten hebben toegelicht bij monde van hun gemachtigden.
2. De ontvankelijkheid van het beroep
Ingevolge artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna Awb) kan een belanghebbende tegen een besluit beroep instellen.
Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken, naar bij artikel 1:2, eerste lid, Awb is bepaald.
Het bestreden besluit is niet gericht aan appellante, maar aan Eldru, is genomen op het bezwaar van Eldru en betreft aan Eldru geweigerde restituties en van Eldru teruggevorderde restituties en gevorderde sanctiebedragen. Dat, zoals ter zitting aangevoerd, enig verband bestaat tussen Eldru en appellante, maakt niet dat appellantes belang ook rechtstreeks bij het bestreden besluit is betrokken in de zin van artikel 1:2 eerste lid, Awb.
De conclusie is dat het beroep van appellante niet-ontvankelijk behoort te worden verklaard.
Het College acht geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.
3. De beslissing
Het College verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door mr. W.E. Doolaard, mr. E.J.M. Heijs en mr. M.J. Kuiper, in tegenwoordigheid van mr. R. Meijer, als griffier, en uitgesproken in het openbaar op 12 maart 2008.
w.g. W.E. Doolaard w.g. R. Meijer