5. De beoordeling van het geschil
5.1 Ingevolge artikel 7, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 1760/2000 in verbinding met de artikelen 12 en 13 van Verordening identificatie en registratie runderen 1998 diende een houder van dieren meldingen van onder meer de aanvoer van dieren binnen drie werkdagen te melden.
Aangezien ten tijde van belang in het I&R-systeem rund als melddatum de datum van verwerking van de melding werd geregistreerd in plaats van de werkelijke datum van melding, heeft verweerder de gedragslijn gehanteerd dat een melding alleen dan te laat is gemeld indien de vastgestelde termijn van drie werkdagen, vermeerderd met vijf zogenaamde verwerkingsdagen, werden overschreden. Deze gedragslijn was gebaseerd op de praktijk waarbij uiterlijk binnen vijf dagen na de melding tot registratie hiervan werd overgegaan.
Appellante heeft naar het oordeel van het College niet aannemelijk gemaakt dat verweerder met deze tegemoetkoming het I&R-systeem rund niet ten grondslag had mogen leggen aan zijn beslissing over de vijf in geschil zijnde runderen. De overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting bieden geen aanknopingspunt om aan te nemen dat de voor deze dieren geregistreerde gegevens in het I&R-systeem rund niet overeenkomen met hetgeen door of namens appellante aan het I&R-systeem rund is gemeld.
5.2 De runderen met ID-code NL 208761639, DE 1500529947 en DE 1500530108 zijn blijkens het I&R-systeem rund respectievelijk op 15 mei 2000, 31 maart 2001 en 31 maart 2001 op appellantes bedrijf aangevoerd, terwijl als verwerkings- en melddatum van de aanvoer van deze dieren 2 januari 2001, 12 april 2001 en 12 april 2001 is geregistreerd.
Ook indien rekening wordt gehouden met de vijf eerdergenoemde verwerkingsdagen, dient de conclusie te zijn dat verweerder terecht heeft vastgesteld dat appellante de aanvoer van deze drie dieren op haar bedrijf te laat heeft gemeld. De door appellante voor deze dieren overgelegde Veehandelsverklaringen O.B. en EDI-I&R-lijsten kunnen haar niet baten, omdat uit deze stukken op geen enkele wijze blijkt wanneer de melding van de aanvoer van deze dieren aan het I&R-systeem rund is gedaan.
Dat CR-Delta in een brief aan appellante heeft aangegeven dat het rund met ID-code NL 208761639 vanaf 17 januari 2000 op appellantes bedrijf aanwezig is geweest, kan appellante evenmin baten. Gelet op het I&R-systeem rund en de in het verslag van de hoorzitting opgenomen verklaring van D moet er van uit worden gegaan dat het betreffende rund van maart 2000 tot 15 mei 2000 op het bedrijf van D aanwezig is geweest. De aanvoer dan wel heraanvoer van het rund op de bedrijf van appellante op 15 mei 2000 is pas op 2 januari 2001 aan het I&R-systeem rund gemeld. Een eerdere aanvoer van dit rund op 17 januari 2000, kan aan de te late melding van de aanvoer op 15 mei 2000 niet afdoen.
5.3 De runderen met ID-code NL 232950968 en NL 233127664 zijn blijkens het I&R-systeem rund respectievelijk op 27 december 2001 en 17 juni 2001 op appellantes bedrijf aangevoerd, terwijl als datum van afvoer van het vorige bedrijf 28 december 2001 en 18 juni 2001 is geregistreerd.
Appellante heeft aangevoerd dat de in het I&R-systeem rund geregistreerde aanvoerdata van deze dieren (27 december 2001 en 17 juni 2001) onjuist zijn, dat 28 december 2001 en 18 juni 2001 de juiste aanvoerdata zijn en dat zij deze data ook aan het I&R-systeem rund heeft gemeld.
De stelling dat zij laatstgenoemde aanvoerdata aan het I&R-systeem rund heeft gemeld, heeft zij niet aannemelijk gemaakt. Dat in de in bezwaar door appellante overgelegde en aan haar eigen geautomatiseerde administratie ontleende EDI-I&R-lijsten als aankoopdatum van deze dieren respectievelijk 28 december 2001 en 18 juni 2001 is vermeld, zegt immers niets over de vraag welke aanvoerdata aan het I&R-systeem zijn gemeld.
Daarmee is evenwel niet gezegd dat aan de gegevens uit deze EDI-I&R-lijsten geen betekenis zou kunnen toekomen. Appellante heeft reeds in bezwaar aangevoerd dat de in het I&R-systeem rund geregistreerde aanvoerdata 27 december 2001 en 17 juni 2001 onjuist zijn en dat de juiste data 28 december 2001 en 18 juni 2001 zijn. Uit het bestreden besluit blijkt niet dat verweerder heeft onderzocht of appellante met de gegevens uit de EDI-I&R-lijsten in samenhang met de afvoermelding van het vorige bedrijf aannemelijk heeft gemaakt dat de aanvoer van de twee betreffende runderen op respectievelijk 28 december 2001 en 18 juni 2001 heeft plaatsgevonden. Hierbij komt dat verweerder het dier met ID-code NL 190253282, waarover in het I&R-systeem rund eenzelfde constatering was gedaan als bij de runderen met ID-code NL 232950968 en NL 233127664, aan de hand van een door appellante overgelegde 'landbouwverklaring' wel alsnog premiewaardig heeft bevonden. Ten slotte wijst het College er nog op dat een kennelijke fout in het I&R-systeem rund ingevolge artikel 36, vierde lid, laatste volzin, in verbinding met artikel 12 van Verordening (EG) nr. 2419/2001 te allen tijde kan worden aangepast.
5.4 Het voorgaande leidt het College tot de conclusie dat het beroep gegrond dient te worden verklaard en het bestreden besluit wegens strijd met artikel 7:12 Awb moet worden vernietigd. Verweerder zal opnieuw op appellantes bezwaar moeten beslissen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen. Daarbij zal verweerder tevens de stukken dienen te betrekken die appellante in beroep heeft overgelegd ter nadere adstructie van haar stelling inzake de aanvoerdata op haar bedrijf van de runderen met ID-code NL 232950968 en NL 233127664.
5.5 Het College is niet gebleken dat appellante proceskosten heeft gemaakt, die met toepassing van artikel 8:75 Awb voor vergoeding in aanmerking komen.