1. Het procesverloop
Appellante is bij besluit van 4 oktober 2004 door OPTA geregistreerd als aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk en als aanbieder van een openbare elektronische communicatiedienst.
OPTA heeft appellante in verband met deze registraties bij factuurbesluiten van 19 april 2005 (factuurnummers 50508701 en 50508541) nota’s gestuurd.
Bij besluit van 7 mei 2004 heeft OPTA het bedrijf Vocalis Telecom Infrastructure GmbH (hierna: Vocalis Infrastructure) geregistreerd als aanbieder van een elektronisch communicatienetwerk. In verband met deze registratie heeft OPTA op 30 mei 2005 aan Vocalis Infrastructure een nota gestuurd met factuurnummer 50509105.
Bij faxbrief van 26 oktober 2005, door OPTA op dezelfde dag ontvangen, heeft Vocalis Infrastructure bezwaar gemaakt tegen het besluit van 30 mei 2005. Appellante heeft bij faxbrief van 31 oktober 2005, op dezelfde dag door OPTA ontvangen, bezwaar gemaakt tegen beide besluiten van 19 april 2005.
Bij brief van 30 november 2005 heeft OPTA in een aan appellante gerichte brief de gelegenheid geboden om voor 12 december 2005 aan te geven waarom, ondanks indiening van de bezwaren tegen de drie bovengenoemde facturen na afloop van de termijn, redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat sprake is van verzuim. Op deze brief heeft OPTA geen tijdige reactie ontvangen.
Bij brief van 21 december 2005 heeft appellante bezwaar gemaakt tegen een door OPTA aan haar verzonden factuur met nummer 50409629. Bij brief van eveneens 21 december 2005 heeft Vocalis Infrastructure bezwaar gemaakt tegen door OPTA aan haar verzonden facturen met nummers 50409631 en 50409628.
OPTA heeft de bezwaren van appellante en van Vocalis Infrastructure van respectievelijk 31 oktober 2005 en 26 oktober 2005 bij een – uitsluitend aan appellante gericht – besluit van 22 december 2005 niet-ontvankelijk verklaard vanwege termijnoverschrijding.
Appellante heeft bij faxbrief van 26 januari 2006 beroep ingesteld tegen het besluit van 22 december 2005. De rechtbank te Rotterdam heeft bij uitspraak van 22 februari 2007 dit beroep ongegrond verklaard.
Appellante heeft bij faxbericht van 29 maart 2007 hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
Bij brief van 6 juni 2007 heeft OPTA een verweerschrift ingediend.
Op 12 december 2007 heeft het onderzoek ter zitting plaatsgehad, waarbij de gemachtigden zijn verschenen en het woord hebben gevoerd.