ECLI:NL:CBB:2007:BN9386
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- B. Verwayen
- M.A. van der Ham
- M. van Duuren
- Rechtspraak.nl
Tegemoetkoming op basis van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de rechtskracht van eerdere besluiten
In deze zaak heeft de Maatschap A en B, gevestigd te C, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het beroep betreft de weigering van de minister om terug te komen op een eerder genomen besluit met betrekking tot de tegemoetkoming op basis van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwd). De appellante heeft in 2006 bezwaar gemaakt tegen een besluit van 8 februari 2006, waarin de minister de bezwaren van appellante ongegrond verklaarde. De procedure begon met een taxatie van de waarde van de dieren en andere producten op het bedrijf van appellante, die niet naar tevredenheid was uitgevoerd. De minister heeft in verschillende brieven de waardering en tegemoetkoming besproken, maar de appellante was het niet eens met de uiteindelijke vaststelling van de tegemoetkoming.
Tijdens de zitting op 9 augustus 2007 heeft de appellante haar standpunt toegelicht, waarbij zij stelde dat de taxatie onrechtmatig was en dat zij recht had op een hogere tegemoetkoming. Het College heeft vastgesteld dat het besluit van 22 februari 2005, waarin de bezwaren van appellante ongegrond zijn verklaard, in rechte onaantastbaar is geworden, omdat appellante geen beroep heeft ingesteld tegen dit besluit. Het College heeft overwogen dat de brief van appellante van 29 september 2005 moet worden gekwalificeerd als een verzoek om terug te komen van de beslissing van 22 februari 2005.
Het College heeft geconcludeerd dat de minister in redelijkheid het verzoek van appellante heeft kunnen afwijzen. De wetgever heeft beperkingen gesteld aan de mogelijkheid om tegen besluiten op te komen, en de enkele omstandigheid dat een uitspraak in een andere zaak mogelijk kansrijk zou zijn geweest, vormt geen bijzondere omstandigheid om terug te komen van een eerder besluit. Het College heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard en geen plaats gezien voor een proceskostenveroordeling.