ECLI:NL:CBB:2007:BC2452

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
19 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 07/333 07/334
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Proceskostenveroordeling
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergunningverlening voor kansspelautomatenhal en bezwaar van omwonenden

In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 19 december 2007, zijn de zaken AWB 07/333 en AWB 07/334 aan de orde. De zaak betreft een vergunning die op 1 maart 2007 door de burgemeester van Culemborg is verleend aan Amutron B.V. voor het exploiteren van een kansspelautomatenhal. De vergunning was een verlenging van een eerder verleende vergunning. De omwonenden, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. H.S. de Vries, hebben bezwaar gemaakt tegen deze vergunning en verzocht om rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter. Ook Lanaut Automaten B.V., vertegenwoordigd door mr. A.H.M. Smits, heeft bezwaar gemaakt en verzocht om rechtstreeks beroep.

Het College heeft vastgesteld dat de burgemeester op 14 mei 2007 heeft ingestemd met het doorzenden van de bezwaarschriften naar het College. Tijdens de zitting op 12 september 2007 hebben de gemachtigden van de partijen hun standpunten toegelicht. Het College heeft in zijn beoordeling gekeken naar de eerdere vergunningverlening en de verlengingen daarvan. Het College heeft vastgesteld dat de rechtsgrond voor het bestreden besluit van 1 maart 2007 is komen te vervallen, omdat eerdere besluiten tot vergunningverlening zijn herroepen.

De beroepen van Lanaut en de omwonenden zijn gegrond verklaard, en het bestreden besluit is vernietigd. Tevens is de gemeente Culemborg veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de partijen, vastgesteld op € 644,-- voor iedere partij, en de griffierechten van zowel Lanaut als de omwonenden. Deze uitspraak benadrukt de zorgvuldigheid die vereist is bij het verlenen van vergunningen en de rechten van omwonenden om bezwaar te maken tegen dergelijke besluiten.

Uitspraak

College van Beroep voor het bedrijfsleven
AWB 07/333 en 07/334 19 december 2007
29020 Wet op de kansspelen
Vergunning speelautomatenhal
Uitspraak in de zaken van:
1) Lanaut Automaten B.V., te ’s-Hertogenbosch (hierna: Lanaut),
gemachtigde: mr. A.H.M. Smits, advocaat te Rosmalen,
2) A en anderen, te B (hierna: omwonenden),
gemachtigde: mr. H.S. de Vries, te Culemborg,
tegen
de burgemeester van Culemborg, verweerder,
gemachtigde: mr. M.J. de Groot, advocaat te Rotterdam,
waaraan voorts als partij deelneemt:
Amutron B.V., te Waalwijk (hierna: Amutron),
gemachtigde: mr. J.L. Vissers, advocaat te ‘s-Hertogenbosch.
1. Het procesverloop
Bij besluit van 1 maart 2007 heeft verweerder een eerder aan Amutron op grond van de Wet op kansspelen verleende vergunning voor het exploiteren van een kansspelautomatenhal in het pand C-straat te B met ingang van 1 maart 2007 voor de tweede maal verlengd.
Bij brief van 27 maart 2007 hebben de omwonenden bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Bij die gelegenheid hebben zij verweerder tevens verzocht in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter als bedoeld in artikel 7:1a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb).
Bij brief van 8 april 2007 heeft Lanaut bezwaar gemaakt tegen het besluit van 1 maart 2007. Ook Lanaut heeft verzocht in te stemmen met rechtstreeks beroep.
Verweerder heeft bij brief van 14 mei 2007, onder de mededeling dat hij heeft besloten in te stemmen met rechtstreeks beroep, de bezwaarschriften doorgezonden aan het College.
Op 13 juli 2007 heeft Lanaut de gronden van het beroep aangevuld.
Bij brief van 8 augustus 2007 heeft verweerder in beide zaken een verweerschrift ingediend.
Op 12 september 2007 heeft het onderzoek ter zitting plaatsgehad, waar de gemachtigden van partijen hun standpunten hebben toegelicht.
2. De beoordeling van de geschillen
2.1 Verweerder heeft bij besluit van 11 december 2003 tot en met 1 januari 2005 vergunning verleend aan Amutron voor het exploiteren van een kansspelautomatenhal in het pand C-straat te B. Bij besluit van 23 juni 2005 heeft verweerder deze vergunning verlengd en bij het bestreden besluit van 1 maart 2007 heeft verweerder de vergunning normaals verlengd.
2.2 Bij uitspraak van heden in de zaken AWB 05/855 en 05/861 heeft College het besluit tot vergunningverlening van 11 december 2003 herroepen. Bij uitspraak van heden in de zaak AWB 06/528 heeft het College het verlengingsbesluit van 23 juni 2005 eveneens herroepen. Dit brengt mee dat aan het bestreden besluit van 1 maart 2007 eveneens de rechtsgrond is komen te ontvallen. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de beroepen gegrond zijn en dat het bestreden besluit dient te worden vernietigd.
2.3 Het College acht termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling met toepassing van artikel 8:75 Awb. Op de voet van het Besluit proceskosten bestuursrecht worden de kosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand aan de zijde van Lanaut en aan de zijde van de omwonenden vastgesteld op € 644,-- op basis van 2 punten (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 voor het verschijnen ter zitting) tegen een waarde van € 322,-- per punt, waarbij het gewicht op gemiddeld is bepaald.
3. De beslissing
Het College
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van Lanaut en de omwonenden tot een bedrag van € 644, -- (zegge:
zeshonderdvierenveertig euro) voor iedere partij waarbij de omwonenden tezamen als één partij worden aangemerkt, onder
aanwijzing van de gemeente Culemborg als rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden;
- bepaalt dat de gemeente Culemborg het door Lanaut betaalde griffierecht ten bedrage van € 285,-- (zegge:
tweehonderdvijfentachtig euro) vergoedt;
- bepaalt dat de gemeente Culemborg het door de omwonenden betaalde griffierecht ten bedrage van € 143, -- (zegge:
honderddrieënveertig euro) vergoedt.
Aldus gewezen door mr. H.C. Cusell, mr. E.J.M. Heijs en mr. H.A.B. van Dorst-Tatomir in tegenwoordigheid van mr. I.C. Hof als griffier, en uitgesproken in het openbaar op 19 december 2007.
w.g. H.C. Cusell w.g. I.C. Hof