ECLI:NL:CBB:2007:BC1341
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit Minister van Landbouw inzake GLB-inkomenssteun voor runderen
In deze zaak hebben appellanten A en B, gevestigd te C, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat betrekking heeft op de Regeling GLB-inkomenssteun voor het jaar 2005. Het beroep is ingediend op 8 augustus 2006, na een besluit van de Minister op 18 juli 2006, waarin het bezwaar van appellanten tegen een eerder besluit werd afgewezen. De Minister had in dat eerdere besluit vastgesteld dat van de 23 aangevraagde dieren, er 20 premiewaardig waren en een premie van € 3.981,85 was toegekend. Appellanten maakten bezwaar tegen de afwijzing van de premie voor het rund met ID-code NL 197008766, dat op 12 augustus 2005 was overleden, twee dagen na de afvoer van het kalf met ID-code NL 416111338. De Minister stelde dat het rund niet als zoogkoe kon worden aangemerkt, omdat het kalf te vroeg was afgevoerd.
Tijdens de zitting op 8 oktober 2007 zijn appellanten niet verschenen, maar de Minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Het College heeft vastgesteld dat de Minister in beroep heeft erkend dat appellanten in hun grief gelijk hadden, maar dat het recht op betaling van steun voor het betreffende rund om andere redenen verloren was gegaan. Het College heeft geoordeeld dat het bestreden besluit vernietigd moest worden wegens strijd met de Algemene wet bestuursrecht (Awb), maar dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven. Tevens is bepaald dat de Staat der Nederlanden het griffierecht aan appellanten moet vergoeden.
De uitspraak werd gedaan door mr. E.J.M. Heijs, met mr. E. van Kerkhoven als griffier, op 17 oktober 2007. De zaak betreft belangrijke juridische aspecten van de GLB-inkomenssteun en de verplichtingen van de aanvragers met betrekking tot de melding van vervangingen van runderen.