ECLI:NL:CBB:2007:BB8841
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Tuchtklacht tegen accountant wegens onzorgvuldige uitvoering van samenstellingsopdracht
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 8 november 2007 uitspraak gedaan in een tuchtklacht tegen een accountant, ingediend door A B.V. De klacht betrof de vermeende onzorgvuldige uitvoering van een samenstellingsopdracht met betrekking tot de jaarrekening van klaagster over 2001. Klaagster stelde dat de accountant tekort was geschoten in de controle van bankafschriften, waardoor een dubbele betaling niet aan het licht was gekomen. De Raad van Tucht Amsterdam had de klacht eerder ongegrond verklaard, waarna klaagster in beroep ging bij het College.
Tijdens de zitting op 17 september 2007 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het College merkte op dat de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) per 1 oktober 2006 in werking was getreden, maar dat de relevante bepalingen van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten (Wet AA) nog steeds van toepassing waren. Het College beoordeelde de grieven van klaagster, waarbij het opmerkte dat de Raad van Tucht de klacht adequaat had samengevat en dat de onderdelen van de klacht niet afzonderlijk hoefden te worden beoordeeld.
Het College concludeerde dat de accountant in het kader van zijn opdracht de jaarrekening over 2001 correct had samengesteld en dat de onverschuldigde betaling van begin 2002 geen invloed had op de juistheid van de jaarrekening. De verantwoordelijkheid voor het opmerken van fouten lag bij klaagster, die haar eigen administratie voerde. Het College verwierp het beroep van klaagster, bevestigde de beslissing van de Raad van Tucht en oordeelde dat de accountant geen tuchtrechtelijk verwijt treft.