ECLI:NL:CBB:2007:BB3616
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.A. van der Ham
- J.L.W. Aerts
- M. van Duuren
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid College van Beroep inzake Keuringen bij beroep tegen besluit Stichting NAK
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 9 augustus 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellant A, vertegenwoordigd door mr. P. Stehouwer, en de Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen (Stichting NAK), vertegenwoordigd door mr. A.S.H. Kroon. De zaak betreft een beroep tegen een besluit van de Commissie van Beroep inzake Keuringen van de Stichting NAK, die op 8 september 2005 had besloten het verzoek van appellant om de uitslag van een keuring ongeldig te verklaren, af te wijzen. Appellant heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank te Groningen, die de zaak ter behandeling heeft doorgezonden naar het College.
Tijdens de procedure heeft het College op 27 maart 2007 een zitting gehouden, waarbij beide partijen aanwezig waren. Na een heropening van het onderzoek op 9 mei 2007 en het ontvangen van aanvullende reacties van partijen, heeft het College geconcludeerd dat het bestreden besluit was genomen op basis van de oude Zaaizaad- en plantgoedwet. De inwerkingtreding van de nieuwe wet op 1 februari 2006 heeft geen invloed gehad op de bevoegdheid van de rechtbank Groningen, die ten tijde van de procedure de bevoegde rechter was.
Het College heeft zich daarom onbevoegd verklaard om van het beroep kennis te nemen en heeft de zaak doorgezonden naar de rechtbank te Groningen voor verdere behandeling. Tevens is bepaald dat het door appellant betaalde griffierecht van € 138,-- aan hem wordt terugbetaald. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke overgangsregelingen bij de inwerkingtreding van nieuwe wetgeving en de rol van de rechtbank in bestuursrechtelijke procedures.