ECLI:NL:CBB:2007:BA0977
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- E.J.M. Heijs
- M.J. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Toekenning van EG-steunverlening voor akkerbouwgewassen en de voorwaarden voor blijvend grasland
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 28 februari 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen Maatschap A en B en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De appellante had beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister, waarin deze de bezwaren van appellante tegen eerdere besluiten over de aanvragen voor akkerbouwsteun voor de jaren 2000 en 2001 had afgewezen. De Minister had eerder besloten om reeds uitbetaalde subsidies terug te vorderen, omdat de aanvragen niet voldeden aan de voorwaarden van de Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen.
De procedure begon met een beroep van appellante op 3 december 2004, tegen een besluit van 27 oktober 2004. Dit besluit was genomen naar aanleiding van bezwaren tegen besluiten van 4 juni 2004, waarin de Minister zijn eerdere besluiten had herzien. De zaak werd behandeld in meerdere zittingen, waarbij deskundigen en gemachtigden van beide partijen aanwezig waren. De kern van het geschil draaide om de vraag of het westelijk gedeelte van perceel 3, dat door GeoRas was beoordeeld, voldeed aan de definitie van blijvend grasland zoals vastgelegd in de relevante Europese verordeningen.
Het College oordeelde dat de Minister terecht had besloten om de steun terug te vorderen, omdat appellante geen feitelijk juiste gegevens had verstrekt over het perceel. De argumenten van appellante, waaronder de stelling dat de satellietbeelden niet betrouwbaar waren, werden door het College verworpen. Het College concludeerde dat de scheidslijn tussen het wel- en niet-aanvaarde gedeelte van het perceel correct was getrokken en dat de Minister niet in de fout was gegaan door de steun terug te vorderen. De uitspraak bevestigde de noodzaak voor aanvragers om zich goed te vergewissen van de voorwaarden voor steunverlening en de juistheid van hun aanvragen.