ECLI:NL:CBB:2007:AZ9897
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- E.J.M. Heijs
- H.A.B. van Dorst-Tatomir
- M.J. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Intrekking subsidieverlening op basis van de Regeling stimulering biologische produktiemethode
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan over de intrekking van een subsidieverlening aan appellante, A, op basis van de Regeling stimulering biologische produktiemethode. De zaak betreft de aanvraag tot subsidieverlening die door appellante was ingediend, waarbij de percelen 12 en 13 door appellante uit de aanvraag werden geschrapt. Het College oordeelt dat deze percelen wel meetellen bij de bepaling van de oppervlakte waarvoor de aanvraag is ingediend. De intrekking van de aanvraag was niet meer mogelijk op het moment dat appellante de percelen wilde schrappen, omdat er al op de aanvraag was beslist. Het College stelt vast dat de verplichtingenperiode voor de subsidieverlening op 27 juli 2001 inging, en dat appellante op dat moment geen eigenaar of gerechtigde van de percelen was. Hierdoor kon de intrekking van de subsidieverlening niet worden gerechtvaardigd.
Het College heeft het beroep van appellante gegrond verklaard en het besluit van verweerder vernietigd. Verweerder moet nu opnieuw beslissen op het bezwaar van appellante, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Het College heeft ook bepaald dat het griffierecht van € 138,- aan appellante moet worden vergoed, en heeft de Staat der Nederlanden aangewezen als de rechtspersoon die dit bedrag moet vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige belangenafweging door de bestuursrechter bij het intrekken van subsidies.