ECLI:NL:CBB:2007:AZ9612
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- E.J.M. Heijs
- H.A.B. van Dorst-Tatomir
- M.J. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Compensatie herplantplicht onder de Boswet
In deze zaak, behandeld door het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gaat het om een geschil tussen appellant A, wonende te X, en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Minister, dat toestemming verleende aan de Landinrichtingscommissie Haaksbergen om de herplantplicht ingevolge de Boswet op andere gronden te vervullen dan waar de oorspronkelijke bomen stonden. Het bezwaar van appellant werd door de Minister niet-ontvankelijk verklaard, waarop appellant zijn zaak voorlegde aan het College.
De procedure omvatte verschillende stappen, waaronder een zitting waar beide partijen hun standpunten toelichtten. Tijdens deze zitting trok de gemachtigde van de Minister het bestreden besluit in, met de toezegging om in overleg te treden met appellant over diens bezwaren. Aangezien het besluit was ingetrokken, oordeelde het College dat het beroep van appellant niet-ontvankelijk moest worden verklaard.
Het College besloot tevens dat er termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling. De proceskosten, die op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht werden vastgesteld, bedroegen € 57,60 voor reiskosten. Het College weigerde echter vergoeding voor kosten van rechtsbijstand, omdat er geen proceshandelingen waren die voor vergoeding in aanmerking kwamen. Tot slot werd bepaald dat de Staat der Nederlanden het door appellant betaalde griffierecht van € 138,- moest vergoeden.