ECLI:NL:CBB:2006:AZ5764
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Weigering inkomenssteun voor akkerbouwgewassen op basis van een verzamelaanvraag in het kader van de Regeling GLB-inkomenssteun
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarbij zijn aanvraag voor inkomenssteun voor akkerbouwgewassen werd afgewezen. De procedure begon met een verzamelaanvraag die appellant op 3 mei 2005 indiende, waarin hij aangaf geen steun voor akkerbouwgewassen te willen ontvangen. Dit leidde tot een besluit van 6 maart 2006, waarin werd vastgesteld dat appellant geen percelen had opgegeven voor akkerbouwsubsidie. Appellant maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard.
De kern van het geschil draait om de vraag of er sprake was van een kennelijke fout in de aanvraag van appellant. Appellant stelde dat hij per ongeluk had aangegeven geen steun te willen ontvangen, terwijl hij dat wel degelijk wilde voor perceel 10, waar wintertarwe was verbouwd. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde echter dat er geen sprake was van een kennelijke fout. De aanvraag was duidelijk en consistent ingevuld, en het enkele feit dat wintertarwe subsidiabel is, rechtvaardigde niet de conclusie dat verweerder had moeten begrijpen dat appellant steun voor dit perceel wilde aanvragen.
Het College concludeerde dat verweerder terecht had geweigerd inkomenssteun toe te kennen aan appellant voor perceel 10. De beslissing van het College was dat het beroep ongegrond werd verklaard, en er waren geen termen voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan op 29 november 2006 door mr. E.J.M. Heijs, met mr. F.W. du Marchie Sarvaas als griffier.