ECLI:NL:CBB:2006:AZ4258
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.A. van der Ham
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit Minister van Landbouw inzake varkensrechten en milieuvergunning
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 23 november 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellante A, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.A.M. van Beek, en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, vertegenwoordigd door mr. F. Nijnuis. Appellante heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van 7 december 2005, waarin deze opnieuw besliste op het bezwaar van appellante tegen de weigering om haar extra varkensrechten toe te kennen op basis van de Wet herstructurering varkenshouderij (Whv) en het Besluit hardheidsgevallen herstructurering varkenshouderij (Bhv). De procedure begon op 11 januari 2006 met de indiening van het beroepschrift, gevolgd door aanvullende gronden van appellante en een verweerschrift van de Minister. De zaak werd behandeld op een zitting op 12 oktober 2006, waar beide partijen hun standpunten toelichtten.
De kern van het geschil betreft de vraag of appellante in aanmerking komt voor extra varkensrechten op basis van artikel 9 van het Bhv. De Minister stelde dat de milieuvergunning die aan een derde was verleend, niet aan appellante was verleend, en dat er geen duidelijke relatie bestond tussen de niet-benutte mestproductierechten van appellante en de milieuvergunning. Appellante betwistte dit en voerde aan dat zij wel degelijk recht had op de varkensrechten, omdat zij een pachtovereenkomst had met de eigenaar van de varkens en de stal. Het College oordeelde dat de feitelijke situatie niet overeenkwam met de afspraken in de pacht- en samenwerkingsovereenkomst, en dat de dagelijkse bedrijfsvoering in handen was van de derde partij, E. Het College concludeerde dat appellante niet als de houder van de varkens kon worden aangemerkt en dat haar bedrijf niet kon worden beschouwd als 'het desbetreffende bedrijf' in de zin van artikel 9 Bhv. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard, zonder veroordeling in proceskosten.