ECLI:NL:CBB:2006:AZ2217
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- H.C. Cusell
- H.O. Kerkmeester
- B. Hessel
- Rechtspraak.nl
Intrekking van subsidie op basis van de Regeling stimulering biologische productiemethode
In deze zaak heeft de Maatschap A, gevestigd te X, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarbij de subsidieverlening op grond van de Regeling stimulering biologische productiemethode werd ingetrokken. De zaak betreft een aanvraag voor subsidie voor de omschakeling van 5 hectare vlierbessen naar de biologische productiemethode. De teammanager van de AID constateerde tijdens een controle dat een gedeelte van de toegekende oppervlakte niet meer in exploitatie was als fruitteelt en dat er een verschuiving van productierichtingen had plaatsgevonden. De appellante had in haar bezwaarschrift een verklaring van Skal en drie controlerapporten gevoegd, waaruit bleek dat de vlierbessenteelt en het gras biologisch beheerd dienden te worden. De teammanager oordeelde echter dat appellante niet had voldaan aan de verplichtingen uit de Regeling, omdat zij niet alle percelen had omgeschakeld naar de biologische productiemethode. De intrekking van de subsidie werd gerechtvaardigd op basis van artikel 4:48 van de Algemene wet bestuursrecht, dat stelt dat de subsidieverlening kan worden ingetrokken indien de subsidieontvanger niet voldoet aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Het College oordeelde dat de Minister terecht de subsidie had ingetrokken en de reeds toegekende bedragen had teruggevorderd, omdat appellante niet had voldaan aan de voorwaarden van de Regeling. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard.