ECLI:NL:CBB:2006:AY6913
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.L.W. Aerts
- M.A. van der Ham
- M. van Duuren
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring van klacht door de raad van tucht voor registeraccountants
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 8 augustus 2006 uitspraak gedaan in het beroep van A, h.o.d.n. A Adviesgroep, tegen een beslissing van de raad van tucht voor registeraccountants en Accountants-Administratieconsulenten. De raad van tucht had op 30 mei 2005 een klacht van appellante niet-ontvankelijk verklaard. Appellante had deze klacht ingediend tegen B AA, naar aanleiding van vermeende fouten in de administratie van haar onderneming, die door betrokkene zou zijn gemaakt. De procedure begon met een brief van de raad van tucht aan appellante op 31 mei 2005, waarin de beslissing van 30 mei 2005 werd meegedeeld. Appellante heeft vervolgens op 27 juli 2005 beroep ingesteld bij het College, na ontvangst van de stukken van de raad van tucht. Tijdens de zitting op 14 maart 2006 was appellante aanwezig, maar betrokkene verscheen niet.
Het College heeft de feiten zoals vastgesteld door de raad van tucht als uitgangspunt genomen, aangezien hiertegen geen grieven zijn ingediend. Appellante heeft betoogd dat de raad van tucht ten onrechte heeft overwogen dat drs. C AA verantwoordelijk was voor de werkzaamheden die door D B.V. ten behoeve van appellante zijn verricht. Appellante stelde dat betrokkene, als directeur en enig aandeelhouder van D B.V., verantwoordelijk moet worden gehouden voor de gemaakte fouten, die geleid hebben tot problemen met de belastingdienst en aanzienlijke schade voor appellante.
Het College heeft echter geoordeeld dat de raad van tucht terecht heeft vastgesteld dat betrokkene niet verantwoordelijk was voor de werkzaamheden van D B.V. en dat appellante geen bewijs heeft geleverd dat betrokkene daadwerkelijk betrokken was bij de administratie. De uitspraak van het College concludeert dat de grieven van appellante falen en dat het beroep wordt verworpen, waarbij de beslissing is gebaseerd op de relevante bepalingen van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten.