ECLI:NL:CBB:2006:AX8810
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Weigering aanwezigheidsvergunning voor kansspelautomaten op basis van de Wet op de kansspelen
In deze zaak heeft appellante, A B.V., beroep ingesteld tegen een besluit van de burgemeester van Den Haag, waarbij de aanvraag voor een vergunning voor het aanwezig hebben van twee kansspelautomaten werd geweigerd. De procedure begon met een verzoek van appellante op 28 januari 2004, waarna de burgemeester op 10 augustus 2005 besloot de vergunning te weigeren. Dit besluit werd later ingetrokken en er werd een nieuw besluit genomen op 6 oktober 2005, waarin het bezwaar van appellante ongegrond werd verklaard. De kern van het geschil draait om de classificatie van de inrichting van appellante, die volgens de Wet op de kansspelen als laagdrempelig wordt aangemerkt. Appellante betoogde dat haar inrichting, gelegen in een uitgaansstraat, als hoogdrempelig moet worden beschouwd, omdat de meeste omzet uit de verkoop van alcoholische dranken voortkomt en de horecagelegenheid al dertig jaar als zodanig wordt geëxploiteerd.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de argumenten van appellante beoordeeld en vastgesteld dat er in de inrichting ook andere activiteiten plaatsvinden die een zelfstandige stroom van bezoekers trekken, zoals het serveren van broodjes en lunches. Dit leidde tot de conclusie dat de inrichting niet uitsluitend gericht is op cafébezoek, maar ook laagdrempelige activiteiten aanbiedt. De wetgeving vereist dat voor het aanwezig hebben van kansspelautomaten een vergunning moet worden verleend voor laagdrempelige inrichtingen, en aangezien de inrichting van appellante als zodanig werd gekwalificeerd, was de burgemeester verplicht de vergunning te weigeren.
Uiteindelijk heeft het College het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarbij het de beslissing van de burgemeester heeft bevestigd. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor inrichtingen om aan specifieke criteria te voldoen om in aanmerking te komen voor een vergunning voor kansspelautomaten, en bevestigt de classificatie van de inrichting van appellante als laagdrempelig.