ECLI:NL:CBB:2006:AW6164
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- C.J. Borman
- H.A.B. van Dorst-Tatomir
- H.O. Kerkmeester
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de boete opgelegd aan KPN Telecom B.V. door de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 7 juli 2005. De rechtbank had in die uitspraak geoordeeld dat KPN Telecom B.V. niet in strijd had gehandeld met de Telecommunicatiewet (Tw) door aanbieders van carrier(pre)selectiediensten minder nummerinformatie ter beschikking te stellen dan de retailorganisatie van KPN. De rechtbank vernietigde het besluit van OPTA van 16 juli 2004, waarin KPN een boete was opgelegd.
De procedure begon op 15 augustus 2005 toen OPTA een beroepschrift indiende tegen de uitspraak van de rechtbank. KPN diende op 14 november 2005 een reactie in op het hoger beroep. De zitting vond plaats op 8 maart 2006, waar beide partijen hun standpunten toelichtten. De kern van het geschil was of KPN had gehandeld in strijd met de wettelijke verplichtingen die voortvloeien uit de Telecommunicatiewet, specifiek met betrekking tot de Wholesale PreSelection-informatiedienst (WPS).
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat WPS geen bijzondere toegangsdienst is en dat KPN niet in strijd had gehandeld met de wet. Het College bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van OPTA ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, omdat het College geen termen aanwezig achtte voor een dergelijke veroordeling. De uitspraak van het College vond plaats op 19 april 2006.