ECLI:NL:CBB:2006:AW6162
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- C.J. Borman
- H.A.B. van Dorst-Tatomir
- H.O. Kerkmeester
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake toegang tot telecommunicatienetwerken en diensten
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van Atlantic Holding B.V. tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 7 juli 2005. De rechtbank had geoordeeld dat de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) niet bevoegd was om regels te stellen tussen Atlantic en KPN Telecom B.V. inzake de Wholesale PreSelection (WPS) nummerinformatiedienst. Atlantic stelt dat KPN haar niet de juiste toegang biedt tot deze dienst, wat hen belemmert in hun bedrijfsvoering. De zaak draait om de vraag of WPS kan worden aangemerkt als een bijzondere toegangsdienst in de zin van de Telecommunicatiewet en of OPTA regels kan stellen over de toegang tot deze dienst.
De uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 19 april 2006 bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank. Het College oordeelt dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat OPTA niet bevoegd is om regels te stellen over WPS, omdat deze dienst niet onder de definitie van bijzondere toegang valt. Het College verwijst naar verschillende Europese richtlijnen die de toegang tot telecommunicatienetwerken en diensten reguleren en concludeert dat de door de rechtbank gegeven toepassing van de Telecommunicatiewet in overeenstemming is met het Europese regelgevend kader.
De uitspraak benadrukt het belang van een correcte implementatie van Europese richtlijnen in de nationale wetgeving en de rol van OPTA als toezichthouder in het waarborgen van eerlijke concurrentie op de telecommunicatiemarkt. Het College bevestigt dat Atlantic een procesbelang heeft bij het hoger beroep, maar dat de grieven van Atlantic niet leiden tot vernietiging van de aangevallen uitspraak. De beslissing van het College houdt in dat de rechtsgevolgen van de eerdere uitspraak van de rechtbank in stand blijven.