ECLI:NL:CBB:2006:AW1983
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag slachtpremie op basis van niet-bijhouden bedrijfsregister
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin zijn aanvraag voor slachtpremie werd afgewezen. De procedure begon met een brief van appellant op 11 januari 2005, waarin hij bezwaar maakte tegen een besluit van 6 december 2004. Dit besluit volgde op een controle die op 4 februari 2003 op zijn bedrijf was uitgevoerd, waarbij werd vastgesteld dat appellant niet beschikte over een bedrijfsregister zoals vereist door de Europese regelgeving. Tijdens de zitting op 20 maart 2006 was appellant niet aanwezig, maar zijn gemachtigde, mr. J.C.M. Hermsen, verdedigde zijn standpunt.
De kern van het geschil draaide om de vraag of appellant voldeed aan de eisen van de Regeling dierlijke EG-premies, specifiek artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1760/2000, dat vereist dat elke houder van dieren een register bijhoudt. De controle op 4 februari 2003 toonde aan dat er geen dergelijk register aanwezig was, wat leidde tot de conclusie dat de aanvragen voor slachtpremie voor het jaar 2002 niet konden worden goedgekeurd. Appellant voerde aan dat de controle niet nodig was en dat hij via het NRS-bedrijfsregister aan de eisen voldeed, maar het College oordeelde dat hij niet kon aantonen dat hij aan de registratieverplichtingen voldeed.
Het College concludeerde dat de afwijzing van de slachtpremie terecht was, omdat appellant niet beschikte over een correct en actueel bedrijfsregister. De beslissing van de Minister om het eerder uitbetaalde bedrag van € 468,00 terug te vorderen werd eveneens bevestigd. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, zonder dat er aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. E.J.M. Heijs, met mr. M.S. Hoppener als griffier, op 29 maart 2006.