ECLI:NL:CBB:2006:AV9564
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Registratie van een onderneming in de afbouwsector en de beoordeling van de werkzaamheden van A B.V.
In deze zaak heeft A B.V. beroep ingesteld tegen een besluit van het Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud, waarbij haar onderneming op 12 april 2005 was geregistreerd. A B.V. stelt dat zij geen activiteiten verricht die onder de werkingssfeer van het hoofdbedrijfschap vallen, maar zich richt op het bouwen van geconditioneerde bedrijfsruimten met bijzondere isolatiepanelen. De procedure begon met een bezwaar van A B.V. tegen de registratie, dat ongegrond werd verklaard door verweerder. A B.V. heeft vervolgens beroep ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
Tijdens de zitting op 1 februari 2006 heeft A B.V. haar standpunt toegelicht, waarbij zij benadrukte dat haar werkzaamheden niet onder de reguliere afbouw vallen, maar een gespecialiseerde vorm van aannemerswerk zijn. Het College heeft de argumenten van A B.V. in overweging genomen, evenals de bepalingen van het Instellingsbesluit Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud. Het College concludeert dat de werkzaamheden van A B.V. niet onder de definitie van afbouw vallen, omdat deze niet gericht zijn op het afwerken of verbeteren van bestaande gebouwen, maar op het creëren van zelfstandige constructies.
Het College heeft geoordeeld dat verweerder een onjuist criterium heeft gehanteerd bij de registratie van A B.V. en dat het bestreden besluit in strijd is met de geldende regelgeving. Het beroep van A B.V. is gegrond verklaard, het bestreden besluit is vernietigd en verweerder is opgedragen om binnen tien weken opnieuw op het bezwaar van A B.V. te beslissen. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van A B.V. en moet het griffierecht vergoeden.