3. Het bestreden besluit
Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar tegen het besluit van 27 mei 2003 gedeeltelijk gegrond en voor het overige ongegrond verklaard.
Met betrekking tot de bezwaren tegen de Wijzigingsregeling stelt verweerder dat hij bevoegd is de regeling te wijzigingen en na afweging van belangen heeft besloten dat te doen met onmiddellijke werking. De publicatie van de gewijzigde regeling heeft plaatsgevonden op 12 december 2002. Daardoor geldt de gewijzigde regeling voor alle aanvragen voor het jaar 2003.
Verweerder wijst erop dat de subsidietitel van de Awb niet van toepassing is op de WBSO. Los daarvan moet ieder jaar opnieuw een beoordeling plaatsvinden of aangevraagde projecten speur- en ontwikkelingswerk (hierna: S&O) zijn. Men kan er niet op vertrouwen dat een eenmaal goedgekeurd project het volgende jaar ook zal worden goedgekeurd. De wijzigingen van de regeling zijn tevoren aangekondigd, onder meer in het kader van de behandeling van de begroting van het ministerie van Economische Zaken in het najaar van 2002. Verder heeft Senter vanaf september 2002 voorlichting verstrekt over de op handen zijnde wijzigingen. In zijn verweerschrift heeft verweerder op dit punt voorts verwezen naar de uitspraak van het College van 28 mei 2004, AWB 03/1107 (<www.rechtspraak.nl>, LJN AP3323).
Het wijzigen van aanvragen is niet mogelijk, aangezien dat afbreuk zou doen aan de uitgangspunten van de regeling. In dit geval was echter een wijziging van de aanvraag niet behulpzaam geweest, maar hadden de werkzaamheden zelf moeten worden gewijzigd. Verweerder heeft nimmer gesuggereerd dat snelle aanvragers nog onder de oude regeling zouden worden beoordeeld.
Onder klassieke plantenveredeling moet worden verstaan het via de weg van kruisen en selecteren trachten een nieuw ras te ontwikkelen. Niet de hele veredelingssector is uitgesloten. Bepaalde werkzaamheden die technisch nieuw zijn, komen nog steeds in aanmerking. Daarmee wordt de veredelingssector in lijn gebracht met andere sectoren. Het is juist dat de regeling uitgaat van het kennisniveau van de aanvrager, maar daarbij blijft voorop staan dat het moet gaan om ontwikkeling, en niet om routinematige werkzaamheden. Veredelingswerkzaamheden zijn meer routinematig van karakter, ook al zijn zij tijdrovend en ingewikkeld en wordt daarbij gebruik gemaakt van hoogwaardige technieken. De toepassing van deze technieken wijzigt niet de wijze waarop de genetische verandering tot stand wordt gebracht.
Met betrekking tot de projecten nr. 10 "Energiebesparing in de weefselkweek door donker-cultuur en nr. 11 "Ontwikkeling van nieuwe transgene planten" heeft verweerder besloten deze alsnog aan te merken als S&O. Van het project nr. 2 "Miniknollen: ontwikkeling van een invitro productieproces voor miniknollen van aardappel" heeft verweerder 60 % van de werkzaamheden als S&O aangemerkt. Alle andere projecten zijn afgewezen.
In haar nadere besluit van 13 oktober 2004 heeft verweerder de aanvraag voor de projecten nr. 2 "Miniknollen, onderdeel meristeemcultuur", nr. 4 "Contaminatie, onderdeel automatisch controlesysteem op contaminatie" en nr. 9 "Nutriënten", alsnog toegekend, en voor de overige projecten nader gemotiveerd waarom hiervoor geen S&O-verklaring wordt afgegeven.
Project nr. 1a "Weefselkweek Aster" betreft voor het eerste onderdeel het inpassen van een door derden ontwikkelde techniek (artikel 1, onder d Wijzigingsregeling). Met betrekking tot het andere deel heeft appellante slechts toelichting verschaft op het algemene niveau van de weefselkweek. Daarom is niet aangetoond dat het gaat om de ontwikkeling van een technisch nieuw product. De afwijzing is gebaseerd op artikel 1, onder q en r Wijzigingsregeling.
De projecten nr. 1b "Veredeling Aster", nr. 8a "Veredeling van Spathiphyllum en Anthurium", en nr. 8b "Veredeling van Tomaat en Witlof" betreffen klassieke veredeling en vallen onder letter m van de Wijzigingsregeling.
Het niet gehonoreerde deel van de aanvraag voor project nr. 2 "Miniknollen" betreft het aanpassen van een door derden ontwikkelde techniek (artikel 1, onder d Wijzigingsregeling).
Het niet gehonoreerde deel van de aanvraag voor het project nr. 4 "Contaminatie" en het project nr. 12 "Zantedeschia" betreffen werkzaamheden die door derden worden verricht en behelst geen eigen S&O. Het project nr. 15/16 "Klimaat" omvat testwerkzaamheden ten behoeve van de samenwerkende bedrijven en wordt afgewezen op grond van artikel 1, onder p, Wijzigingsregeling. Het project nr. 8 "Verzamel: Weefselkweek" voldoet niet aan het criterium van technische nieuwheid en is afgewezen op grond van de letters q en r van de Wijzigingsregeling. Het project nr. 17 "Somatische embryogenese" wordt niet uitgevoerd en is om deze reden niet toegekend.
In het verweerschrift voegt verweerder met betrekking tot de technische nieuwheid van de projecten 1a en 8 nog toe dat de werkzaamheden voor project 1a te weinig concreet zijn omschreven en dat voor project 8 weliswaar knelpunten zijn aangegeven en oplossingsrichtingen vermeld, maar dat onvoldoende details zijn gegeven om te beoordelen of het gaat om een technologisch significante vernieuwing. Met betrekking tot project nr. 2 merkt verweerder aanvullend op, dat het mogelijk is dat onder meer nieuwe primers moeten worden ontwikkeld in dit kader. Het is verweerder echter gebleken dat appellante deze werkzaamheden uitbesteedt.
Verweerder verwerpt het standpunt van appellante dat niet van haar kan worden verlangd nog gedetailleerder gegevens aan te leveren. Appellante dient alle gegevens aan te leveren die nodig zijn voor de beoordeling. De invoering van de letters q en r in de Afbakeningsregeling hebben aanleiding gegeven om de werkzaamheden van appellante strikter te beoordelen dan verweerder eerder deed.