ECLI:NL:CBB:2005:AV0061
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit inzake Regeling dierlijke EG-premies
In deze zaak heeft appellante, A B.V., beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat betrekking heeft op de Regeling dierlijke EG-premies. Appellante had op 21 augustus 2002 een aanvraag ingediend voor zoogkoeienpremie voor dertig dieren. Echter, op 6 en 8 november 2002 zijn twee van deze dieren naar het slachthuis afgevoerd, waardoor niet voldaan werd aan de aanhoudverplichting. Op 4 juni 2004 heeft de Minister besloten dat de aanvraag van appellante voor de premie werd afgewezen, en dat appellante € 777,84 moest terugbetalen, omdat slechts twee dieren onregelmatigheden vertoonden. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit werd ongegrond verklaard.
De kern van het geschil draait om de vraag of appellante een beroep kan doen op overmacht of buitengewone omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 48 van Verordening (EG) nr. 2419/2001. Appellante stelde dat de directeur van het bedrijf na een ongeval in het ziekenhuis was opgenomen en dat zijn vader was overleden, wat de afvoer van de dieren zou hebben beïnvloed. Het College heeft echter geoordeeld dat appellante niet tijdig aan de vereisten voor het melden van overmacht heeft voldaan, aangezien de omstandigheden niet binnen de vereiste termijn van tien werkdagen zijn gemeld. Bovendien was er geen bewijs dat deze omstandigheden de afvoer van de dieren hebben beïnvloed.
Het College heeft geconcludeerd dat het beroep ongegrond is en dat de Minister terecht heeft besloten dat appellante de premie moest terugbetalen. De beslissing van het College is op 16 december 2005 openbaar uitgesproken.