ECLI:NL:CBB:2005:AU7025
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- B. Verwayen
- J.L.W. Aerts
- M. van Duuren
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit inzake gewetensbezwaardenprotocol voor identificatie en registratie van runderen
In deze zaak heeft de Stichting Het Hof van Eden, appellante, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder, dat haar aanmelding voor het gewetensbezwaardenprotocol Identificatie en Registratie (I&R) rund niet werd gehonoreerd. Appellante, die bekend is als gewetensbezwaarde tegen de oormerkverplichting, heeft haar bezwaren geuit tegen de brief van de Directeur voedings- en veterinaire aangelegenheden van het ministerie, waarin werd gesteld dat haar aanmelding niet-ontvankelijk was. De procedure begon met een brief van appellante op 29 april 2004, waarna verschillende correspondenties volgden, inclusief een hoorzitting op 28 november 2003.
De kern van het geschil draait om de vraag of het gewetensbezwaardenprotocol als een algemeen geldend beleid kan worden beschouwd en of appellante hier rechten aan kan ontlenen. Verweerder heeft gesteld dat het protocol enkel van toepassing is op een beperkte groep veehouders die al voor de invoering van de oormerkverplichting bekend waren bij het ministerie. Het College heeft vastgesteld dat appellante niet tot deze groep behoort en dat haar verzoek om deelname aan het protocol niet kan worden gehonoreerd. De brief van 9 april 2003 werd door het College niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) beschouwd, waardoor het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk werd verklaard.
Het College heeft geconcludeerd dat de Minister terecht heeft geoordeeld dat appellante buiten het gewetensbezwaardenprotocol valt en dat haar verzoek om te gedogen niet kan worden ingewilligd. De uitspraak van het College was dat het beroep ongegrond werd verklaard, zonder veroordeling in proceskosten.