ECLI:NL:CBB:2005:AU6923
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- C.J. Borman
- E.J.M. Heijs
- H.A.B. van Dorst-Tatomir
- Rechtspraak.nl
Weigering vergunning voor speelautomatenhal op basis van bestemmingsplan
In deze zaak heeft Hollandia Speelautomaten B.V. beroep ingesteld tegen een besluit van de burgemeester van Apeldoorn, waarbij een aanvraag voor een vergunning voor het exploiteren van een speelautomatenhal werd geweigerd. De aanvraag was ingediend op 27 oktober 2003, maar op 29 april 2004 werd deze afgewezen omdat de vestiging van een speelautomatenhal in strijd was met het bestemmingsplan. Hollandia heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. De bezwarencommissie adviseerde om het bezwaar af te wijzen, wat de burgemeester deed. De kern van het geschil was of de aanvraag voor de vergunning in overeenstemming was met het bestemmingsplan "Brinkhorst en Orden", dat de percelen de bestemming "detailhandelsdoeleinden" had gegeven.
Tijdens de zitting op 5 oktober 2005 werd de zaak behandeld. Hollandia stelde dat het exploiteren van een speelautomatenhal onder de bestemming detailhandel valt, maar het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat dit niet het geval was. De activiteiten in een speelautomatenhal zijn niet gelijk te stellen aan detailhandel, omdat het aanbieden van amusement niet valt onder het verkopen of verhuren van goederen. Het College concludeerde dat de burgemeester terecht had geweigerd de vergunning te verlenen, omdat de exploitatie van een speelautomatenhal niet past binnen de geldende bestemmingsplannen.
Het College verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen waren voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van bestemmingsplannen en de noodzaak voor vergunningen in overeenstemming met de lokale regelgeving.