ECLI:NL:CBB:2005:AU0987
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- E.J.M. Heijs
- M.J. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake superheffing melk en zuivelproducten
In deze zaak heeft de Maatschap Gebr. A, te X, beroep ingesteld tegen een besluit van het Productschap Zuivel, waarbij het bezwaar van appellante tegen een eerdere brief van verweerder niet-ontvankelijk werd verklaard. De brief van 23 mei 2003, waartegen het bezwaar was gericht, bevatte informatie over de regeling inzake superheffing en de rol van de koper, maar werd door verweerder niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) beschouwd. Appellante stelde dat verweerder wel degelijk de bevoegdheid had om uitstel van betaling te verlenen, maar het College oordeelde dat de brief geen rechtsgevolg had en dat appellante zich voor uitstel van betaling tot de koper diende te wenden.
De procedure begon met een beroep dat op 16 april 2004 werd ingediend, na een besluit van verweerder van 5 maart 2004. Appellante had verzocht om uitstel van betaling voor de superheffing over het melkjaar 2002/2003, maar verweerder gaf aan dat de superheffing bij de koper in rekening werd gebracht en dat er geen mogelijkheid was voor uitstel. Het College heeft de feiten en omstandigheden van de zaak onderzocht, inclusief de wijzigingen in de Regeling superheffing 1993 en de Zuivelverordening 1994, die appellante noopten tot aanpassing van haar bedrijfsvoering.
Het College concludeerde dat de brief van verweerder geen besluit was waartegen bezwaar kon worden gemaakt, en dat appellantes bezwaar terecht niet-ontvankelijk was verklaard. Het beroep werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor appellante om zich tot de koper te wenden voor betalingsregelingen, en bevestigt de interpretatie van de regelgeving omtrent superheffing.