ECLI:NL:CBB:2005:AT8904
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit Minister van Landbouw inzake slachtpremie en bedrijfsregister
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat betrekking heeft op de Regeling dierlijke EG-premies. Het beroep is ingediend op 16 april 2004, naar aanleiding van een besluit van 8 maart 2004, waarin de bezwaren van appellant tegen eerdere besluiten zijn afgewezen. De procedure omvatte een zitting op 20 april 2005, waar appellant werd bijgestaan door zijn zoon en de Minister werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. M.W. Oomen.
De kern van het geschil betreft de verplichting voor houders van dieren om een bedrijfsregister bij te houden, zoals voorgeschreven door de Europese regelgeving. Tijdens een controle op 28 augustus 2002 bleek dat appellant geen bedrijfsregister had bijgehouden, wat leidde tot de afwijzing van zijn aanvragen voor slachtpremies. Appellant betwistte de afwijzing en voerde aan dat alle dieren aanwezig waren en dat hij de gegevens achteraf had kunnen achterhalen. Hij stelde dat hij niet op de hoogte was van de sancties die verbonden waren aan het niet bijhouden van het register.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat het ontbreken van een bedrijfsregister een ernstige inbreuk vormt op de voorschriften inzake identificatie en registratie van dieren. Het College concludeerde dat de Minister terecht de aanvragen voor slachtpremies had afgewezen en dat het beroep van appellant ongegrond was. De beslissing van de Minister werd gehandhaafd, en er werd geen kostenveroordeling opgelegd.