ECLI:NL:CBB:2005:AS5257
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Weigering van een aanwezigheidsvergunning voor kansspelautomaten in horecagelegenheid
In deze zaak heeft Lamwep Horeca Exploitatie B.V. beroep ingesteld tegen de weigering van de Burgemeester van Leidschendam-Voorburg om een aanwezigheidsvergunning voor twee kansspelautomaten te verlenen. De appellante, die een horecagelegenheid exploiteert onder de naam 'Dwarsligger', had op 31 oktober 2003 een vergunning aangevraagd, maar deze werd op 6 april 2004 geweigerd. De burgemeester baseerde zijn besluit op de kwalificatie van de inrichting als laagdrempelig, wat volgens de Wet op de Kansspelen betekent dat er geen kansspelautomaten mogen worden opgesteld. De appellante voerde aan dat haar inrichting voldeed aan de eisen voor een hoogdrempelige inrichting, waarbij het café- en restaurantbezoek op zichzelf staat en er geen andere activiteiten plaatsvinden die een zelfstandige betekenis hebben.
Tijdens de zitting op 12 januari 2005 heeft de appellante haar standpunt toegelicht, waarbij zij stelde dat de menukaart en de bedrijfsvoering zodanig waren aangepast dat er geen twijfel meer kon bestaan over de kwalificatie van de inrichting. De appellante betoogde dat de aangeboden maaltijden voldeden aan de definitie van een driecomponentenmaaltijd, zoals vereist door de wet. De burgemeester had echter vastgesteld dat de inrichting niet primair gericht was op het verstrekken van deze maaltijden, maar op afzonderlijke gerechten, waardoor de inrichting als laagdrempelig werd gekwalificeerd.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft in zijn uitspraak geoordeeld dat de burgemeester terecht de inrichting als laagdrempelig heeft aangemerkt. De beoordeling was gebaseerd op de menukaart en het onderzoek dat op 15 maart 2004 had plaatsgevonden. Het College concludeerde dat de appellante niet had aangetoond dat haar inrichting voldeed aan de eisen voor een hoogdrempelige inrichting. Het beroep van de appellante werd ongegrond verklaard, en er werden geen proceskosten vergoed.