ECLI:NL:CBB:2004:AS5307
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- W.E. Doolaard
- E.J.M. Heijs
- F. Stuurop
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing slachtpremie op basis van Regeling dierlijke EG-premies
In deze zaak heeft appellante, mevrouw A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin haar aanvraag voor slachtpremie voor elf runderen werd afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de runderen niet binnen de vastgestelde termijn na afvoer geslacht waren, zoals vereist door de Regeling dierlijke EG-premies. Appellante betoogde dat de runderen op de juiste wijze waren afgevoerd en binnen de termijn waren geslacht, en dat de afwijzing voortvloeide uit een administratieve omissie met betrekking tot de UBN-nummers van haar bedrijf.
De procedure begon met een bezwaar tegen het primaire besluit van 6 mei 2003, waarin de slachtpremie voor de elf runderen werd geweigerd. Het Ministerie van LNV verklaarde het bezwaar kennelijk ongegrond, maar appellante was van mening dat een hoorzitting noodzakelijk was geweest om haar standpunt toe te lichten. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de afwijzing was gebaseerd op een gebrek aan een deelnamemelding voor het UBN-nummer dat aan de runderen was gekoppeld.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat verweerder niet van het horen van appellante had mogen afzien, aangezien dit haar de kans ontnam om relevante feiten en omstandigheden aan te voeren. Het College verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om opnieuw op het bezwaarschrift te beslissen, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld tot het betalen van proceskosten aan appellante.