ECLI:NL:CBB:2004:AR8823
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- C.J. Borman
- W.E. Doolaard
- E.J.M. Heijs
- Rechtspraak.nl
Restitutie van terugbetaalde bedragen en de ontvankelijkheid van bezwaar
In deze zaak heeft Jongviand Export B.V. beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar bezwaar tegen een brief van het Productschap Vee en Vlees, waarin werd meegedeeld dat een vrijgekomen bedrag van € 23.157,45 niet aan appellante zou worden uitbetaald, maar zou worden verrekend met een openstaande vordering van € 1.104.688,95. De procedure begon met een brief van appellante op 27 april 2003, waarna verschillende correspondentie volgde tussen partijen. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 17 september 2004 een zitting gehouden waar beide partijen hun standpunten hebben toegelicht.
Het College heeft vastgesteld dat het bezwaar van appellante tegen de brief van 26 juli 2002 niet-ontvankelijk is verklaard door verweerder, omdat deze mededeling geen publiekrechtelijke rechtshandeling betreft, maar een privaatrechtelijke rechtshandeling op basis van artikel 6:127 van het Burgerlijk Wetboek. Het College oordeelt dat het beroep van appellante, voor zover gericht tegen het niet tijdig beslissen op haar bezwaar, niet-ontvankelijk is, aangezien verweerder inmiddels op het bezwaar had beslist. Tevens is het beroep tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar ongegrond verklaard, omdat de mededeling van verweerder niet onder de reikwijdte van de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie valt.
De beslissing van het College houdt in dat het beroep van appellante niet-ontvankelijk wordt verklaard en dat er geen termen zijn voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de rechters C.J. Borman, W.E. Doolaard en E.J.M. Heijs betrokken waren, en is openbaar uitgesproken op 10 december 2004.