ECLI:NL:CBB:2004:AR7723
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de weigering van een aanwezigheidsvergunning voor kansspelautomaten
In deze zaak heeft appellant, A h.o.d.n. B, beroep ingesteld tegen een besluit van de burgemeester en wethouders van ‘s-Hertogenbosch, waarbij de aanvraag voor een vergunning voor het aanwezig hebben van twee kansspelautomaten op grond van de Wet op de Kansspelen werd geweigerd. Het beroep is ingediend op 1 juli 2004, na een besluit van 28 mei 2004 waarin het bezwaar van appellant tegen de weigering werd behandeld. De burgemeester en wethouders hebben geen verweerschrift ingediend, ondanks een verzoek daartoe.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op basis van de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie de bevoegdheid om het onderzoek te sluiten indien het beroep kennelijk gegrond is. In dit geval heeft het College vastgesteld dat het bestreden besluit onbevoegd is genomen, aangezien de burgemeester verantwoordelijk is voor het verlenen van de vergunning. Hierdoor is het beroep gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd.
Het College heeft verweerder opgedragen om alsnog op het bezwaar van appellant te beslissen. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van appellant, vastgesteld op € 322, en moet de gemeente ‘s-Hertogenbosch het door appellant betaalde griffierecht van € 136 vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. E.J.M. Heijs, in aanwezigheid van mr. M.H. Vazquez Muñoz als griffier, en is openbaar uitgesproken op 26 november 2004.