ECLI:NL:CBB:2004:AQ6878
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- J.A. Hagen
- E.J.M. Heijs
- F.W. du Marchie Sarvaas
- Rechtspraak.nl
Weigering vergunning voor exploitatie speelautomatenhal in Culemborg
In deze zaak heeft appellant, A, h.o.d.n. CM Intergames, bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van Culemborg, waarin de vergunning voor de exploitatie van een speelautomatenhal werd geweigerd. Het bezwaar werd ingediend op 15 januari 2004 en betrof een besluit van 11 december 2003. De burgemeester had in dat besluit aangegeven dat er al een vergunning was verleend aan Amutron B.V. voor een andere speelautomatenhal, waardoor het niet mogelijk was om ook aan appellant een vergunning te verlenen. De zaak werd op 30 juni 2004 ter zitting behandeld, waar de gemachtigden van de betrokken partijen hun standpunten toelichtten.
De Wet op de kansspelen en de gemeentelijke verordening speelden een cruciale rol in deze zaak. De burgemeester had de vergunning geweigerd op basis van het feit dat er al een vergunning was verleend en dat de vestiging van een speelautomatenhal op de door appellant aangevraagde locatie niet mogelijk was vanwege bestemmingsplanbeperkingen. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven moest beoordelen of het besluit van de burgemeester als een primair besluit of als een beslissing op bezwaar moest worden gekwalificeerd. Het College concludeerde dat het besluit van 11 december 2003 een nieuw primair besluit was, waartegen bezwaar kon worden gemaakt.
Het College verklaarde zich onbevoegd om van het geschil kennis te nemen en bepaalde dat het bezwaarschrift van appellant door verweerder behandeld moest worden. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van appellant, vastgesteld op € 644, en moest de gemeente Culemborg het door appellant betaalde griffierecht van € 116 vergoeden. De uitspraak werd openbaar gedaan op 11 augustus 2004.