ECLI:NL:CBB:2004:AQ5405
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- D. Roemers
- M.J. Kuiper
- E.J.M. Heijs
- Rechtspraak.nl
Intrekking S&O-verklaringen en de vereisten voor projectadministratie
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 28 mei 2004 uitspraak gedaan over de intrekking van S&O-verklaringen van appellanten A Betonboringen B.V., B Beheer B.V. en A Materieel B.V. De intrekking was gebaseerd op besluiten van de Minister van Economische Zaken van 14 maart 2003, waarin werd gesteld dat de projectadministratie van appellanten niet voldeed aan de wettelijke eisen. Appellanten hadden bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar het College oordeelde dat de administratie onvoldoende inzicht bood in de aard en inhoud van de verrichte speur- en ontwikkelingswerkzaamheden. Tijdens de hoorzitting op 14 februari 2003 werd duidelijk dat de projectadministratie summier was en niet aantoonde dat appellanten zelf de ontwikkelingswerkzaamheden hadden verricht. De administratie bevatte informatie van derden en er was onvoldoende bewijs dat de werkzaamheden door de eigen werknemers van appellanten waren uitgevoerd. Het College concludeerde dat appellanten niet voldeden aan de eisen van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor volksverzekeringen, die vereisen dat de S&O-inhoudsplichtige een duidelijke administratie bijhoudt van de verrichte werkzaamheden. De uitspraak benadrukt het belang van een transparante projectadministratie en de verplichting voor S&O-inhoudingsplichtigen om aan te tonen dat de werkzaamheden door eigen personeel zijn verricht. Het beroep van appellanten werd ongegrond verklaard, zonder dat er termen waren voor een proceskostenveroordeling.