ECLI:NL:CBB:2004:AP1324
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- D. Roemers
- J.A. Hagen
- E.J.M. Heijs
- Rechtspraak.nl
Registratieplicht voor schildersbedrijf en de beoordeling van werkzaamheden onder het Instellingsbesluit
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 26 mei 2004 uitspraak gedaan over de registratieplicht van een onderneming in de schilders- en afwerkingssector. Appellant, een kunstenaar die zich richt op muurschilderingen, had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, het Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud, dat zijn onderneming had geregistreerd op basis van een ingevulde vragenlijst. De registratie was gebaseerd op de activiteiten die appellant had aangegeven, waaronder decoratieschilderen. Appellant betwistte dat zijn werkzaamheden onder de werkingssfeer van het hoofdbedrijfschap vielen, en stelde dat hij enkel als kunstenaar opereerde.
Het College heeft vastgesteld dat de registratieverordening van toepassing was en dat de werkzaamheden van appellant, zoals het aanbrengen van muurschilderingen, traditioneel onder het schildersbedrijf vallen. De beoordeling van de registratieplicht is gebaseerd op het Instellingsbesluit, dat de werkingssfeer van het hoofdbedrijfschap definieert. Het College oordeelde dat verweerder ten onrechte had verwezen naar het Instellingsbesluit zonder de juiste motivering te geven voor de registratie van appellant. Het beroep van appellant werd gegrond verklaard, en het bestreden besluit werd vernietigd. Verweerder werd opgedragen om opnieuw op het bezwaar van appellant te beslissen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige beoordeling van de werkzaamheden van een onderneming in relatie tot de registratieplicht en de relevante regelgeving. Het College heeft ook aangegeven dat er geen proceskosten voor vergoeding in aanmerking komen.