ECLI:NL:CBB:2004:AO9926
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing subsidieaanvragen op grond van de EINP-regeling
Op 17 juni 2003 ontving het College van Beroep voor het bedrijfsleven drie beroepschriften van N.V. Waterleiding Maatschappij Limburg, die beroep instelden tegen besluiten van de Minister van Economische Zaken van 6 mei 2003. Deze besluiten betroffen de (gedeeltelijke) afwijzing van subsidieaanvragen op basis van de Subsidieregeling energievoorzieningen in de non-profit en bijzondere sectoren (EINP-regeling). De aanvragen waren ingediend voor investeringen in membraaninstallaties, frequentieregelaars en energiemonitoringssystemen, maar werden afgewezen omdat ze na de wijziging van de regeling op 10 februari 2002 waren ingediend en niet voldeden aan de nieuwe eisen.
De appellante stelde dat de aanvragen beoordeeld moesten worden op basis van de oude regeling, aangezien deze vóór de wijziging waren ingediend. Het College behandelde de beroepen op 18 maart 2004, waarbij de gemachtigden van beide partijen hun standpunten toelichtten. De appellante voerde aan dat de overgangsregeling van de Wijzigingsregeling in strijd was met het verbod van willekeur en dat de investeringen noodzakelijk waren, ongeacht de subsidie.
In de beoordeling concludeerde het College dat de aanvragen terecht waren afgewezen, omdat ze niet voldeden aan de eisen van de EINP-regeling 2002. Het College verwees naar een eerdere uitspraak van 12 september 2003, waarin vergelijkbare beroepen ongegrond waren verklaard. De argumenten van appellante werden als herhaald en niet overtuigend beschouwd. Het College verklaarde de beroepen ongegrond en oordeelde dat er geen termen waren voor een proceskostenveroordeling.