ECLI:NL:CBB:2004:AO7843
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- D. Roemers
- M.A. Fierstra
- E.J.M. Heijs
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit over heffingen op grond van de Heffingsverordening P.V.S. Vakheffing Bloemkwekerijprodukten 1976
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 7 april 2004 uitspraak gedaan in een beroep van appellante A tegen een besluit van verweerder, het Productschap Tuinbouw, inzake heffingen opgelegd op grond van de Heffingsverordening P.V.S. Vakheffing Bloemkwekerijprodukten 1976. Appellante had op 26 mei 1998 een beroepschrift ingediend tegen een besluit van 14 april 1998, waarin verweerder de bezwaren van appellante tegen de heffingen over de jaren 1994 en 1995 had afgewezen. De heffingen waren opgelegd ter financiering van steunmaatregelen, maar appellante stelde dat deze heffingen in strijd waren met het gemeenschapsrecht, omdat er geen aanmelding had plaatsgevonden zoals vereist door artikel 93, derde lid, EG-Verdrag.
Het College heeft vastgesteld dat de heffingen niet waren aangemeld bij de Europese Commissie, wat in strijd is met de aanmeldingsplicht. De Commissie had in 1986 de procedure van artikel 93, tweede lid, EG-Verdrag ingeleid, maar er was geen eindbeslissing genomen. Hierdoor was het verweerder verboden om de heffingen uit te voeren. Het College heeft het beroep van appellante gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de nota's van 14 juli 1997 herroepen. Tevens is verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten en het griffierecht aan appellante.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor nationale autoriteiten om te voldoen aan de aanmeldingsplicht voor steunmaatregelen en de gevolgen van het niet naleven hiervan. Het College heeft de rechten van appellante beschermd door te oordelen dat de opgelegde heffingen onrechtmatig waren, wat een belangrijke uitspraak is in het bestuursrecht en het Europese recht.