ECLI:NL:CBB:2004:AO6470
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.J. Kuiper
- J.A. Hagen
- E.J.M. Heijs
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens te late betaling griffierecht in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 19 maart 2004 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep dat door appellant was ingesteld tegen een besluit van de burgemeester en wethouders van Den Haag. Het beroep was gericht tegen een besluit van 23 juli 2002, waarbij aan appellant een dwangsom was opgelegd wegens het niet naleven van de Winkeltijdenwet en de Verordening Winkeltijden gemeente Den Haag 2000. Appellant had op 27 januari 2003 een beroepschrift ingediend, dat eerder op 4 september 2002 bij de rechtbank 's-Gravenhage was ingekomen en door deze was doorgezonden naar het College.
De procedure werd gekenmerkt door een discussie over de betaling van het griffierecht. Appellant had het griffierecht niet tijdig voldaan, ondanks herhaalde aanmaningen van de griffier van het College. De griffier had appellant op 6 februari 2003 gewezen op de noodzaak van tijdige betaling, met de waarschuwing dat het beroep anders niet-ontvankelijk verklaard zou worden. Appellant had echter gewacht op terugbetaling van griffierecht dat hij eerder aan de rechtbank had betaald, en had verzuimd om tijdig te reageren op de aanmaningen van het College.
Het College oordeelde dat appellant in verzuim was geweest, omdat hij niet tijdig had gereageerd op de aanmaningen en geen relevante redenen had aangevoerd voor zijn uitstel van betaling. De conclusie was dat het beroep van appellant niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat het griffierecht pas op 15 mei 2003 was bijgeschreven, terwijl dit uiterlijk op 6 maart 2003 had moeten zijn voldaan. Het College achtte geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.