ECLI:NL:CBB:2004:AO4448
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- D. Roemers
- J.A. Hagen
- E.J.M. Heijs
- Rechtspraak.nl
Toekenning van slachtpremie voor runderen en de vereisten voor aanvraag
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 11 februari 2004 uitspraak gedaan over een beroep van appellante tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Appellante had op 15 januari 2003 een beroepschrift ingediend tegen een besluit van 5 december 2002, waarin verweerder op het bezwaar van appellante tegen een eerder besluit van 7 juni 2001 had beslist. Dit eerdere besluit betrof de toekenning van een slachtpremie op basis van de Regeling dierlijke EG-premies. Verweerder had appellante een slachtpremie toegekend, maar voor 97 runderen was geen premie verstrekt omdat de aanvraag te laat was ingediend.
Tijdens de procedure heeft het College vastgesteld dat de melding van slacht voor de 97 runderen niet binnen de vereiste termijn had plaatsgevonden. Verweerder had in zijn bestreden besluit aangegeven dat er geen aanvragen voor de betrokken dieren waren ingediend, wat leidde tot de conclusie dat appellante niet in aanmerking kon komen voor de slachtpremie. Appellante voerde aan dat zij alle afmeldingen tijdig en correct had uitgevoerd en dat zij de dupe was van incomplete afmeldingen door slachterijen.
Het College oordeelde dat het bestreden besluit van verweerder niet deugdelijke motivering had, omdat verweerder wist dat er geen aanvraag was gedaan. Het beroep van appellante werd gegrond verklaard, en het bestreden besluit werd vernietigd. Echter, het College besloot dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand bleven, omdat er geen aanvraag voor de slachtpremie was ingediend. De uitspraak benadrukt de noodzaak van tijdige en correcte aanvragen voor slachtpremies en de verantwoordelijkheden van zowel de aanvrager als de betrokken instanties.