Project 181 'Onderzoek duurzame aanleg van kustinfrastructuur'
Doel van dit project is volgens u om tot nieuwe inzichten te komen die de interactie beschrijven tussen de vorm, dimensionering en fysieke kenmerken van infrastructuur en constructies enerzijds en anderzijds de omgevingsinvloeden zoals stroming, getijdenbewegingen, golfbewegingen, diepte, morfologie, sedimentatie et cetera. Deze nieuwe inzichten kunnen worden gebruikt bij de aanleg van nieuwe kustinfrastructuur zoals een grootschalig eiland in de Noordzee. De aanleg van een dergelijk eiland mag niet tot negatieve ecologische gevolgen leiden. U richt zich in dit onderzoek op de civieltechnische aspecten en de aspecten die hierop van invloed kunnen zijn zoals morfologie, hydraulica, slibtransport, waterbewegingen en sedimentatie. U heeft een negental onderzoeksvragen vermeld. De nieuwe kennis zal uiteindelijk in een model worden vastgelegd. U bent van mening dat uw werkzaamheden technisch-wetenschappelijk onderzoek in de zin van de Wet zijn.
Ik ben dit niet met u eens. Om van technisch-wetenschappelijk onderzoek in de zin van de Wet te spreken, dienen de werkzaamheden aan een tweetal eisen te voldoen, namelijk:
1: het onderzoek dient gericht te zijn op de verwerving van technisch nieuwe kennis en
2: deze kennis dient mogelijk een praktische toepassing te kunnen vinden in technisch nieuwe fysieke producten, processen of programmatuur.
Verwerving van technisch nieuwe kennis houdt in dat er onderzoek wordt verricht naar de grondslagen van een bepaald fysiek verschijnsel en inzicht wordt verkregen in een onbekend werkingsprincipe van dat fysieke verschijnsel. Naar mijn mening is hiervan in uw werkzaamheden geen sprake en wordt aldus niet voldaan aan het eerste criterium. Tijdens de hoorzitting gaf u in reactie op de vraag welk onbekend werkingsprincipe u onderzoekt, te kennen dat het bij de aanleg van infrastructuur in de Noordzee gaat om het verkrijgen van inzicht in waterstromingen, golfbewegingen, gedragingen van sedimenten en de variabelen die dit beïnvloeden: 'Het gaat om het inzichtelijk maken van die relaties'. Weliswaar leidt uw onderzoek tot een beschrijving/model waarin de relaties tussen enerzijds infrastructuur en anderzijds variabelen zoals waterstromingen, golfbewegingen, gedragingen van sedimenten worden beschreven (waardoor voorspellingen met betrekking tot de effecten over een grotere schaal en tijd kunnen worden gedaan), maar hierdoor wordt geen nieuwe technische kennis verkregen.
Uit uw informatie concludeer ik dat u bestaande technieken en ecologische processen analyseert en beoordeelt. U bekijkt bijvoorbeeld wat de beïnvloedende factoren en verschijnselen zijn bij de aanleg van een groot eiland. Ook bekijkt u blijkens de negen onderzoeksvragen welke verschijnselen er (kunnen) optreden, welke aspecten van belang zijn (getijdenwerking, stromingen, golven) en wat de effecten van nieuwe infrastructurele werken (kunnen) zijn. Dat uw onderzoek gericht is op het vermeerderen van nieuwe technische kennis door het verklaren van een onbekend verschijnsel is mij niet gebleken. Uw werkzaamheden zijn naar mijn mening dan ook niet gericht op het verklaren van bepaalde verschijnselen als wel op het analyseren en beoordelen van (eventuele menselijke ingrepen in) bestaande ecologische processen. Nu niet voldaan is aan het eerste criterium, laat ik het tweede criterium verder buiten beschouwing.
Uw werkzaamheden zijn op grond van bovenstaande bevindingen geen technisch-wetenschappelijk onderzoek in de zin van de Wet. Evenmin is mij gebleken dat uw werkzaamheden als ontwikkelingswerk of als haalbaarheidsonderzoek kunnen worden aangemerkt.
Project 182 'Technieken voor de opslag van baggerspecie in open putten'
U verricht in dit project onderzoek naar de mogelijkheden om verontreinigde baggerspecie in een depot, in stromende rivier zodanig te kunnen opslaan dat de verspreiding van verontreiniging via grond- en oppervlakte water minimaal is. Om een dergelijk depot te kunnen aanleggen, dient naar uw zeggen onderzoek te worden verricht naar de relaties tussen de depotconstructie, de aard van de baggerspecie en de omgevingsinvloeden. Binnen dit project onderscheidt u enkele deelprojecten. Deze deelprojecten zijn onderstaand beschreven. De nieuwe kennis zal uiteindelijk in een model worden vastgelegd. U bent van mening dat uw werkzaamheden technisch-wetenschappelijk onderzoek in de zin van de Wet zijn.
1: 'Onderzoek ontwerpgrondslagen put- en depotconstructie '.
Bijzondere aandachtspunten in dit deelproject zijn volgens u:
. het verkrijgen van de benodigde nieuwe technische inzichten in ontwerpgrondslagen van een zodanige putconstructie die zodanige hydraulische omstandigheden creëert dat de verspreiding van baggerspecie en verontreiniging wordt geminimaliseerd;
. de omgang met fijne losgepakte zandlagen op een diepte van 5 tot 20 meter die kunnen leiden tot zettingsvloeiingen en leiden tot instortingsgevaar van de put wand;
. de isolatie aan de onder- en bovenkant ter voorkoming van verspreiding via oppervlaktewater;
. een stroomverlammingsconstructie om erosie te minimaliseren.