ECLI:NL:CBB:2004:AO3845
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.J. Kuiper
- J.A. Hagen
- E.J.M. Heijs
- Rechtspraak.nl
Weigering herziening S&O-verklaring door Minister van Economische Zaken
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 28 januari 2004 uitspraak gedaan in een geschil tussen A Holding B.V. en de Minister van Economische Zaken. Het geschil betreft de weigering van de Minister om de S&O-verklaring van A Holding B.V. te herzien. De zaak begon op 21 januari 2003, toen A Holding B.V. een beroepschrift indiende tegen een besluit van de Minister van 11 december 2002, waarin het bezwaar van A Holding B.V. tegen de weigering om de S&O-verklaring te herzien werd afgewezen. De Minister had deze verklaring eerder afgegeven op basis van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, maar stelde dat A Holding B.V. geen personeel meer in dienst had, waardoor de afdrachtvermindering niet kon worden toegepast.
De procedure omvatte een zitting op 5 november 2003, waar beide partijen hun standpunten toelichtten. De Minister stelde dat het verzoek van A Holding B.V. om de S&O-verklaring te herzien niet tijdig was ingediend, aangezien het verzoek om herziening na de wettelijke indieningstermijn was gedaan. A Holding B.V. betwistte deze redenering en voerde aan dat het verzoek impliciet een nieuwe aanvraag voor de tweede helft van 2002 inhield, wat volgens hen niet in overeenstemming was met de beginselen van behoorlijk bestuur.
Het College oordeelde dat de Minister terecht had geweigerd de S&O-verklaring te herzien, omdat het verzoek niet als een tijdige aanvraag voor de tweede helft van 2002 kon worden aangemerkt. De brief van 24 mei 2002, waarin A Holding B.V. om wijziging vroeg, werd niet als een nieuwe aanvraag gezien, maar als een verzoek tot omzetting van de bestaande S&O-verklaring. Het College verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling.