ECLI:NL:CBB:2004:AO2578
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- D. Roemers
- J.A. Hagen
- E.J.M. Heijs
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit heffing BDA 2002 door Vereniging Drankenhandel Nederland
In deze zaak heeft de Vereniging Drankenhandel Nederland (appellante) beroep ingesteld tegen een besluit van het Productschap Dranken, dat op 8 juli 2002 was genomen. Dit besluit betrof de afwijzing van een verzoek om vrijstelling van de heffing voor het jaar 2002, zoals vastgelegd in de Heffingsverordening BDA 2002. Appellante had op 12 juni 2002 bezwaar gemaakt tegen een eerdere brief van de voorzitter van het Bedrijfschap voor de Detailhandel in Alcoholhoudende Dranken, waarin werd aangegeven dat bepaalde leden van de vereniging niet in aanmerking kwamen voor de vrijstelling. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven ontving het beroepschrift op 16 juli 2002 en het onderzoek ter zitting vond plaats op 26 november 2003.
De kern van het geschil draaide om de vraag of appellante als belanghebbende kon worden aangemerkt en of het bezwaar terecht niet-ontvankelijk was verklaard. Het College oordeelde dat de voorzitter van het Productschap niet bevoegd was om het bestreden besluit te nemen, omdat de bevoegdheid om op bezwaren te beslissen niet aan hem was gemandateerd. Het College verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en verklaarde het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 644,-- en diende het griffierecht van € 218,-- aan appellante te worden vergoed.
Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van een correcte mandatering binnen bestuursorganen en de rol van belanghebbenden in bestuursrechtelijke procedures. Het College concludeerde dat appellante niet als belanghebbende kon worden aangemerkt, omdat zij niet optrad namens de individuele leden die zij vertegenwoordigde. De uitspraak heeft implicaties voor de wijze waarop verenigingen en organisaties hun leden kunnen vertegenwoordigen in juridische procedures.