ECLI:NL:CBB:2003:AO1594
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- C.M. Wolters
- J.A. Hagen
- E.J.M. Heijs
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag aanwezigheidsvergunning voor kansspelautomaten in laagdrempelige inrichting
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 19 december 2003 uitspraak gedaan over de afwijzing van een aanvraag voor een aanwezigheidsvergunning voor kansspelautomaten door de burgemeester van Delfzijl. De appellant, exploitant van een seksinrichting en café onder de naam B, had op 17 december 2002 een vergunning aangevraagd voor het aanwezig hebben van twee kansspelautomaten in zijn café. De burgemeester had deze aanvraag op 10 juni 2003 afgewezen, omdat het cafégedeelte niet als hoogdrempelige inrichting kon worden aangemerkt, maar als laagdrempelige inrichting volgens de Wet op de kansspelen.
De beoordeling van de zaak richtte zich op de vraag of het cafégedeelte van de seksinrichting als hoogdrempelige inrichting kon worden gekwalificeerd. Het College oordeelde dat, gezien de aard van de activiteiten in de seksinrichting, het café niet op zichzelf stond en dat de activiteiten gericht op prostitutie een zelfstandige stroom van bezoekers aantrokken. Dit leidde tot de conclusie dat het café als laagdrempelige inrichting moest worden aangemerkt, waardoor de aanvraag voor de vergunning niet kon worden goedgekeurd.
De appellant voerde aan dat hij bereid was bouwkundige aanpassingen te verrichten om de seksinrichting niet meer via het café toegankelijk te maken, maar het College oordeelde dat deze aanpassing niet relevant was voor de beoordeling van de aanvraag. Ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel werd verworpen, omdat de appellant niet had aangetoond dat er sprake was van een gelijk geval.
Uiteindelijk verklaarde het College het beroep van de appellant ongegrond, en er werden geen proceskosten vergoed. De uitspraak benadrukt de strikte toepassing van de wetgeving omtrent de vergunningverlening voor kansspelautomaten in relatie tot de classificatie van inrichtingen.