ECLI:NL:CBB:2003:AO1044
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- M.A. van der Ham
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaarschrift inzake verklaringen van geen bezwaar voor oprichting rechtspersonen
In deze zaak heeft appellant, A, op 21 februari 2001 een verzoek ingediend bij verweerder, de Minister van Justitie, om afgifte van verklaringen van geen bezwaar voor de oprichting van de rechtspersonen A Holding B.V. en Kwekerij B B.V. Verweerder heeft dit verzoek op 17 september 2001 afgewezen. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt en is op 26 november 2001 door verweerder gehoord. Ondanks toezeggingen van verweerder dat er vóór 1 april 2002 op het bezwaarschrift zou worden beslist, heeft verweerder pas op 21 maart 2002 een besluit genomen, waarbij de gevraagde verklaringen van geen bezwaar zijn afgegeven. Appellant heeft vervolgens op 15 maart 2002 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn bezwaarschrift.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 25 november 2003 uitspraak gedaan. Het College oordeelde dat het beroep van appellant gegrond was, omdat verweerder de wettelijke termijn voor het beslissen op het bezwaarschrift had overschreden. Het College stelde vast dat appellant belang had bij een oordeel over de tijdigheid van de besluitvorming, gezien zijn voornemen om verweerder civielrechtelijk aan te spreken voor schadevergoeding. Het College veroordeelde verweerder in de proceskosten van appellant, vastgesteld op € 80,50, en bepaalde dat verweerder het griffierecht van € 109,-- aan appellant moest vergoeden.
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van bestuursorganen om tijdig te beslissen op bezwaarschriften en de gevolgen van het niet naleven van deze termijnen. Het College wees het meer of anders gevorderde af, maar erkende de schade die appellant had geleden door de vertraging in de besluitvorming.