ECLI:NL:CBB:2003:AO1030
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- D. Roemers
- W.E. Doolaard
- E.J.M. Heijs
- Rechtspraak.nl
Registratie van overdracht van referentiehoeveelheid onder de Regeling superheffing 1993
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 29 oktober 2003 uitspraak gedaan over een beroep van appellant tegen een besluit van verweerder, het Productschap Zuivel, dat op 6 mei 2003 was genomen. Appellant had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn verzoek om registratie van de overdracht van een referentiehoeveelheid ingevolge de Regeling superheffing 1993. Het College ontving het beroepschrift op 16 juni 2003 en na een aantal processtappen, waaronder een aanvullend beroepschrift en een verweerschrift, vond op 17 september 2003 een zitting plaats waar partijen hun standpunten toelichtten.
De kern van het geschil betrof de registratie van een overdracht van 20.000 kg melkquotum met een vetgehalte van 7,73%. Verweerder had de registratie geweigerd op basis van de stelling dat de overdracht een schijnconstructie was, bedoeld om het representatieve vetgehalte van appellant te vervangen door een hoger vetgehalte. Het College oordeelde dat verweerder niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een schijnconstructie en dat de registratie van de overdracht niet op goede gronden was afgewezen. Het College vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om opnieuw te beslissen op het bezwaar van appellant, waarbij ook de proceskosten van appellant werden vergoed.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om hun besluiten deugdelijk te motiveren en om de rechten van appellanten in acht te nemen, vooral in situaties waarin de registratie van belangrijke bedrijfsgegevens op het spel staat. Het College concludeerde dat de afwijzing van de registratie niet voldeed aan de eisen van de Algemene wet bestuursrecht, en dat appellant recht had op vergoeding van de gemaakte proceskosten.