ECLI:NL:CBB:2003:AI1135
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- D. Roemers
- C.M. Wolters
- E.J.M. Heijs
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake registratie openbare telecommunicatiediensten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vennootschap onder firma A, gevestigd te B, tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 17 juli 2002. De vennootschap had eerder een aanvraag ingediend bij de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) voor registratie als aanbieder van een openbare telecommunicatiedienst. OPTA had deze aanvraag ingewilligd, maar de vennootschap trok later haar registratieverzoek in, wat door OPTA werd afgewezen. De vennootschap stelde hiertegen bezwaar in, maar OPTA handhaafde haar standpunt dat de vennootschap registratieplichtig was. De rechtbank verklaarde het beroep van de vennootschap ongegrond, wat leidde tot het hoger beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
Het College heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het geschil zich toespitst op de vraag of de vennootschap daadwerkelijk openbare telecommunicatiediensten aanbiedt. Het College oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de overweging van OPTA, dat de vennootschap registratieplichtig is, appellabel was. Het College concludeerde dat de vennootschap zich tot OPTA kan wenden met een verzoek tot registratie en dat er geen sprake is van een onevenredig belastende weg naar de rechter. Het College vernietigde de uitspraak van de rechtbank voor zover deze betrekking had op het rechtsoordeel van OPTA en verklaarde het beroep van de vennootschap niet-ontvankelijk. Tevens werd OPTA veroordeeld in de proceskosten van de vennootschap, vastgesteld op € 644,-, en moest OPTA het griffierecht van € 327,- vergoeden.